‘Varkenshouderij veranderen, niet afschaffen’

“De varkenshouderij veranderen is prima, de sector afschaffen: nee.” Met deze boodschap opende ISN-voorzitter Heinrich Dierkes de jaarvergadering van de Duitse varkensvakbond. De varkenshouderij heeft het economisch moeilijk in Duitsland.

Dierkes heeft er vertrouwen in dat de markt weer verbetert. “In mijn veertig jaar als varkensboer heb ik meer crises meegemaakt.”

Veel grotere zorgen maakt de voorzitter zich over de steeds toenemende bureaucratie. Om dat te illustreren, heeft hij een wagentje vol ordners bij zich. Mappen vol administratie die hij moet bijhouden: afmetingen voerligboxen, antibiotica-administratie, mestwetgeving, vergunningen enzovoorts. “Alle regels en meerkosten smoren de innovatie en het ondernemerschap in de varkenshouderij”, benadrukt Dierkes.

Perspectief van de overheid

De regeldruk brengt de varkenshouderij in gevaar, stelt de ISN-voorzitter. Hij staat open voor het vinden van oplossingen voor zaken als het stoppen met castreren en staarten couperen. “Daar vinden we een oplossing voor. De varkenshouderij heeft perspectief nodig van de overheid.”

Duitsland telt momenteel 25.700 varkenshouders; de helft van 10 jaar geleden. Het aandeel biologisch varkensvlees is 0,4%. De Duitse varkensstapel kromp het afgelopen jaar met 804.000 dieren tot 27,54 miljoen. De krimp voltrok zich in nagenoeg alle regio’s en is het grootst in de zuidelijke deelstaten. Alleen in de regio Brandenburg, in het oosten, groeide de zeugenstapel (met 8%). De enige regio waar het aantal vleesvarkens groeide is Saksen-Anhalt (met 4,9%).