Het stoppen van melkveehouders leidt tot verschuivingen op de grondmarkt, waardoor het landschap, het grondgebruik en de waterkwaliteit ingrijpend veranderen. Foto: Ronald Hissink AlgemeenCommentaar

‘Van grasboer naar bomenboer’

Weer een stoppende melkveehouder, de zoveelste. Blijven ze boeren? En vooral, wat gaan ze met de grond doen? Want iedereen weet: de grond van de buurman is maar één keer te koop. En in Nederland blijft de druk op grond hoog, want naast landbouwgrond wordt ook steeds vaker naar de grond gekeken voor woningbouw, als investering, natuurontwikkeling of voor andere overheidsdoelen.

Laatst hoorde ik voor het eerst de term ‘kijkgrond’ uit de mond van een agrarische makelaar komen. Dit betekent letterlijk wat je denkt dat het betekent: grond die is aangekocht om even langs te rijden en naar te kijken. Nog een kaper op de kust voor de grond, dus moet je er snel bij zijn als buur.

Helaas grijpen hierdoor de veehouders die overblijven nog wel eens mis als het gaat om grond aankopen. De druk op de grondmarkt drijft de prijs immers behoorlijk omhoog. De afgelopen twaalf jaar is de prijs van de grond bijna verdubbeld, de prijs is zelfs sneller gestegen dan het algemene prijspeil in Nederland. Daarmee kwam de gemiddelde agrarische grondprijs in het eerste kwartaal van dit jaar uit op €91.300 per hectare volgens het Kadaster. En waar schaarste is, blijft de prijs stijgen. Als je de grondprijs doorberekent in het gras en mais dat een koe eet, dan zou je zeggen dat het heel dure eters zijn.

Te laag geboden

Maar wie biedt er nou zoveel voor de grond? Wat zouden ze daar op gaan verbouwen? Eigenlijk is er maar één mogelijkheid om de grond nog enigszins rendabel te maken en dat is gaan voor gewas met een hoge opbrengst. Grasland maakt plaats voor andere teelten zoals akkerbouw, bomen of nieuwe, opkomende gewassen. Zo is een van de neveneffecten van de stoppersregeling dat het areaal grasland daalt. De grond wordt anders gebruikt met vaak een intensievere bewerking van de bodem. Maar niet alle grond komt in handen van collega-boeren. Ook natuurorganisaties, overheden of investeerders kopen mee – vaak met heel andere plannen. Denk aan vernatting, natuurherstel of woningbouw. Daarmee verdwijnt de agrarische functie deels, en verandert ook het beheer en het landschap ingrijpend.

Februari dit jaar waarschuwde Waterschap Vallei en Veluwe al dat stoppende veehouders leiden tot slechtere waterkwaliteit en waterbeheer door de opkomst van akkerbouw en bollenteelt in die gebieden. Akkerland houdt minder goed water vast, daarnaast is er een slechtere infiltratie en afvoer van water tijdens piekbuien. Bomenteelt kost meer water en in de bollenteelt worden relatief veel bestrijdingsmiddelen gebruikt, die ook in het grondwater terechtkomen. Het op peil houden van de waterkwaliteit is op dit moment al een zorgenkindje van Rijkswaterstaat, waarvoor ze miljoenen tekort komen.

De grondmarkt verschuift nu steeds meer boeren stoppen

De grondmarkt is aan het schuiven nu steeds meer boeren stoppen. En grond die verkocht wordt, komt niet meer vanzelfsprekend bij boeren terecht. Grondgebruik en hiermee ook het uiterlijk van het landschap verandert. Het spanningsveld om grond te reguleren neemt toe. Zo leidt het stoppen van boeren tot veel meer dan alleen lege stallen: het landschap, de biodiversiteit en het eigenaarschap veranderen mee.

Reacties

Je moet een account hebben om te reageren

Voordelen van een account:

Krijg toegang tot de beste en meest actuele artikelen.

Discussier mee met collega’s, experts en specialisten.