Terug naar 1983: Vrolijke gasten op boerderijcamping

Plattelandstoerisme begon ergens eind negentiende eeuw. Stedelingen begonnen toen te verlangen naar iets dat je als vakantie zou kunnen omschrijven. Even weg uit de drukte en de stank van de stad. De ANWB en de VVV, opgericht in respectievelijk 1883 en 1885 kwamen met suggesties. Ze stimuleerden mensen om ook het platteland te bezoeken.

Boerderijcamping ontstond rond 1920

Daarmee was het plattelandstoerisme geboren. Dat stelde toen nog niet veel voor; een paar wandelpaden en een kan verse melk voor onderweg en dat was het wel zo’n beetje. Van kamperen bij de boer was destijds geen sprake. Dat begon pas in de jaren twintig van de vorige eeuw. Regelgeving was er nog niet, iedereen die dat wilde kon de boomgaard aanwijzen als plek om tentjes neer te zetten, anderen maakten eenvoudige logeerplekken door een deel van de schuur af te scheiden met een groot gordijn. Er achter stonden stapelbedden, een tafel en vier stoelen, en klaar was de accommodatie.

Lees ook de Strip van Opa: Opa probeert de natuurcamping uit

Boerderijcamping inmiddels serieuze tweede bedrijfstak

Wat ook voorkwam, was dat de boer en zijn gezin ’s zomers verhuisden naar de schuur of stal, die stond dan toch leeg, en dat ze hun voorhuis verhuurden aan vakantiegangers.
Inmiddels is agrotoerisme een serieuze tweede bedrijfstak geworden waarmee bedrijven met name in de vakantieperiodes een aanzienlijk deel van hun inkomen verdienen.