Foto: Jan Willem van Vliet AlgemeenNieuws

RIVM: stikstofdepositie daalt, onvoldoende voor wettelijke doelen

Hoewel de stikstofdepositie op de natuur afneemt, worden de stikstofdoelen met het huidige stikstofbeleid niet gehaald. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM in opdracht van de minister voor Natuur en Stikstof.

Wettelijk is vastgelegd dat in 2025 40% van de stikstofgevoelige natuurgebieden onder de kritische depositiewaarde (KDW) moet zijn. Voor 2030 geldt dit voor 50% van de stikstofgevoelige natuurgebieden en in 2035 voor 74% van de gebieden.

Kans op natuurherstel groter

Uit het onderzoek van het RIVM blijkt dat met het ingezette beleid het areaal natuur waar de stikstofdepositie de KDW zwaar overschreden wordt fors afneemt. De kans op natuurherstel en het tegengaan van natuurverslechtering nemen hierdoor toe. Maar tegelijkertijd worden de wettelijk vastgelegde doelen lang niet gehaald. Met het ingezette beleid via de generieke maatregelen en het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) komt het aandeel natuurgebieden dat in 2035 voldoet op 40% in plaats van de wettelijk vastgelegde 74%. Om dat te halen zou de stikstofneerslag fors meer moeten dalen.

Vorig jaar bleek uit Europees onderzoek dat de Nederlandse natuur nog gevoeliger is voor stikstof dan gedacht. Deze nieuwe kennis heeft geleid tot het aanpassen van de KDW’s en is nu meegenomen in de nieuwe studie van RIVM. Deze aanpassing van de normen, en ook de actualisatie van de werkwijze, leidt tot een ander beeld. In een studie van RIVM uit 2022 bleek dat in 2035 81% van de natuurgebieden onder de KDW zou zitten.

Dat is in de nieuwe studie bijgesteld naar 40%. Het onderzoek toont aan dat de reductie van emissies er wel toe leidt dat op alle stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden een (significante) afname van stikstofbelasting plaatsvindt, maar op veel minder plekken tot onder de KDW. Uit de studie blijkt ook dat gebiedsgerichte maatregelen een groter effect hebben dan generieke maatregelen. In de RIVM-studie staat dat 40% gebiedsgerichte emissiereductie ongeveer dezelfde depositiereductie oplevert als 50% generieke reductie.

Van der Wal: wettelijke doelstelling niet op tijd behaald

Demissionair minister Christianne van der Wal concludeert op basis van het rapport dat de wettelijke doelstelling voor 2025 niet op tijd kan worden gehaald. “Hiervoor zouden veel extra maatregelen nodig zijn, zowel generiek als gebiedsgericht, met een ingrijpend karakter en een grote uitvoeringsopgave”, concludeert Van der Wal in haar Kamerbrief. Dat geldt ook voor de doelen die later zijn gesteld, voor 2035. Voor deze doelen is de verwachting dat de totale depositie in 2035 nog 190 mol/ha per jaar moet dalen om op het gewenste niveau van 850 mol/ha/jaar te komen. De minister wijst er wel op dat met de beoogde emissiereductie uit het NPLG de wettelijke doelen eerder wel binnen bereik waren. Door de aanpassingen in de systematiek is dat nu niet meer het geval.

“Voor een gezonde en sterke natuur zijn extra maatregelen nodig. Dit rapport toont de omvang aan van wat nog nodig is, en de conclusies liegen er niet om. De natuur staat diep in het rood, waardoor onze wettelijke doelen uit het zicht zijn geraakt. Dat is een grote tegenvaller, want eerder leken we nog goed op koers te liggen. Uiteindelijk is dit vooral slecht nieuws voor de natuur en voor iedereen die op een vergunning wacht. Juist omdat de uitdaging groter is geworden, blijft verdere stikstofreductie en natuurherstel onverminderd van belang”, aldus Van der Wal.

Hoe met deze uitkomsten van het onderzoek moet worden omgegaan, laat de demissionaire minister over aan het nieuwe kabinet.