Opvolger Siem van Deelen: ‘Net als mijn vader wil ik heel graag boer worden’

Het is mooi werken in een melkput met melkglazen. Vooral als ze vol zitten. Toch wil opvolger Siem van Deelen later robots. Dat is beter voor de uiers. De extra productie is mooi meegenomen.

Siem van Deelen (20) uit Zoelen in Gelderland studeert Veehouderij aan de HAS in Den Bosch. Hij staat klaar om het familiebedrijf voort te zetten. Het liefst staat hij tussen de koeien.

“We hebben een oude stal dus een nieuwe stal of een grote renovatie staat wel op mijn verlanglijstje. Nu melken we in een 2×6 visgraat melkstal met glazen, dat is mooi werken, vooral als de glazen vol zitten. Maar in de toekomst zou ik wel robots willen. Dat is beter voor de uiers. Een verse koe met een vol uier hoeft dan niet te wachten tot het melktijd is. Ze kan de robot in wanneer ze wil. Sommige gaan drie, vier keer op een dag. De stijging in de productie is dan een mooie bijkomstigheid.

Ook zou ik graag willen investeren in de voer- en mestopslag. Dit zijn overigens dingen die niet hoeven te wachten tot na de overname, ze kunnen ook nu al. Uitbreiden hoeft niet. Het kan ook niet, onze huidige NB-vergunning zit vol.”

Als er iets kapot is? Mij niet bellen. Ik ben niet van het sleutelen. Ik werk het liefst met het vee

“Dat zijn mijn ouders. Mijn moeder komt van een boerderij, mijn vader niet. Hij werkte als fokkerij-adviseur maar het was altijd zijn droom om boer te worden. In 2009 verkochten mijn opa en oma van mijn moeders kant een stuk grond voor woningbouw. Via een herinvesteringsregeling kochten ze, samen met mijn ouders, een boerderij. Eerst hielden ze jongvee. In 2015 namen mijn ouders de financiering over en toen het melkquotum er afging, begonnen ze met melken.

Het ging een halfjaar zorgeloos, maar met de fosfaatpeildatum konden ze nog maar 25 koeien melken. Via de startersregeling en door fosfaatrechten bij te kopen, staan er nu 100 koeien. Daar hoop ik straks mee verder te kunnen want ik wil, net als mijn vader, heel graag boer worden.”

“De verzorging van de koeien. Voeren, melken, dat. Het maakt eigenlijk niet uit wat voor werk, ik ben gewoon graag bezig met het vee.”

“Als een koe ziek is, dan baal ik daarvan, vooral als je er niks aan kunt doen. Verder ben ik geen machineman. Een middagje schudden is best, maar dan heb ik voorlopig wel weer genoeg trekkerwerk gedaan. En als er iets kapot is? Mij niet bellen. Ik ben niet van het sleutelen.”

“Investeer ik in een nieuwe stal en in grond. Dat is altijd een zekerheid voor de toekomst. We zijn nu namelijk best intensief en moeten veel mest afvoeren.”

“Spreek ik af met vrienden of ik zit een beetje te niksen op m’n telefoon.”

“Zit ik in de maatschap en werk deels buiten de deur. Hopelijk staat er dan ook een nieuwe stal of de huidige is gerenoveerd. Het is net waar je nog een vergunning voor krijgt. Het wordt er niet makkelijker op. Toch lig ik niet wakker van zorgen over de toekomst. Voor boeren zal altijd plek zijn in Nederland. Er moet toch gegeten worden.”