Opvolger Martin van Beek: ‘Als je het met 200 koeien niet kunt verdienen, lukt dat met 400 ook niet’

Opvolger Martin van Beek (24) hoeft niet zo nodig te groeien. Wel wil hij graag overstappen op melkrobots. ‘Nu voel je het melken echt wel in je schouders.’

Martin van Beek (24) werkt als servicemonteur bij Lely en is daarnaast actief op het melkveebedrijf van zijn ouders in Breda. Hij ziet toekomst in melkrobots vanwege de flexibiliteit en het fysieke aspect van melken, maar heeft geen ambitie om flink te groeien.

“Als servicemonteur werk ik veel met melkrobots. Die zou ik thuis ook wel in willen zetten. Vanwege de flexibiliteit, maar ook vanwege het fysieke aspect. We melken nu in een 2×14 rapid exit melkstal en als je alle koeien gemolken hebt, voel je dat echt wel in je schouders.

Verder zou ik graag een nieuwe werktuigenloods zetten. Nu is er net te weinig ruimte om alles onder dak te hebben, terwijl dat voor het behoud van je machines wel beter is. Of ik over zou schakelen naar biologisch? Nee, dat zou voor ons niets toevoegen. Wij verkopen namelijk ook fokdieren en dat gaat het best als je kunt laten zien dat er een hoge melkgift onder zit. Als je biologisch werkt, daalt meestal de melkgift terwijl wij – even plat gezegd – ons bed niet uitkomen voor minder dan 40 liter per koe per dag. We doen overigens wel aan duurzaamheid. Zo leveren we PlanetProof-melk en hebben een natuurgebied in beheer.”

“Mijn vader. Hij nam in 2007 de boerderij over van mijn opa. Er waren toen 60 koeien en in 2013 stond er al een stal voor 200. Dat in zo’n korte tijd voor elkaar krijgen, dat vind ik knap, want het viel heus niet altijd mee. Zelf zou ik niet zo’n groeisprong willen maken. Als je het met 200 koeien niet kunt verdienen dan gaat je dat met 400 ook niet lukken.”

“Ik kan echt niet kiezen. Ondernemerschap, trekkers en koeien, het is de afwisseling die het leuk maakt. Ik sta eigenlijk altijd vrolijk op.”

“Niet aan het werk op de boerderij, maar wel aan het onduidelijke overheidsbeleid en het constant veranderen van regels en wetten. Door de onzekerheid over vergunningen worden veranderingen op het bedrijf haast onmogelijk gemaakt.”

“Investeer ik in melkrobots. We zouden er vier nodig hebben, drie is net te krap. Verder zou ik er grond van kopen, dat is nooit verkeerd. Als er wat te koop komt, reageren we altijd wel. Maar de concurrentie is groot.”

“Ga ik met mijn grote vriendengroep op stap. Het zijn allemaal boerenjongens en we mogen ook graag sleutelen en lassen. Momenteel zijn we een voertuig aan het bouwen om mee naar de Zwarte Cross te gaan. Vorig jaar hadden we een wolf gemaakt met schapen en een jachthut die zeven meter omhoog kon. In de zwaargewichtklasse wonnen we daarmee de eerste prijs.”

“Lastig te zeggen, maar ik denk dat ik dan meer thuis werk en dat er dan melkrobots staan. De wet- en regelgeving? Daar ben ik allemaal niet zo bang voor. Ik ga niet 10 jaar stilzitten en afwachten, ik blijf gewoon lekker doorboeren.”