‘Oldtimers behouden hun waarde’

‘Ik ben niet van boerenkomaf. Mijn vrouw en ik zijn in 1975 vanuit Haarlem naar Friesland verhuisd. Op het platteland kun je voor hetzelfde geld veel ruimer wonen dan in de stad. Dat was ook toen ook al zo.

Hier in Friesland wonen veel verzamelaars van oldtimer trekkers. Bij ons in de omgeving rijden heel wat gloeikoptrekkers rond. De vonk is zeker overgesprongen.

In 1976 kocht ik mijn eerste Ford Dexta. Die heb ik nog gebruikt bij de bouw van ons huis. Inmiddels heb ik zes oldtimers. Naast de Ford Dextra gaat het om een Ursus C-45, een Ursus C451, een Unimog 401 en een Lanz 2806. Mijn oldtimers staan hier allemaal onderdak.

_{Tekst gaat door onder foto}

Deze Hanomag Nato uit 1960 is toch wel de meest bijzondere trekker die ik in mijn bezit heb. Het is een grote trekker, met een imposant uiterlijk. De Hanomag Nato weegt van zichzelf al 6 ton. Deze trekkers werden vroeger in het Duitse leger gebruikt om vliegtuigen mee te slepen. Het is een 4-cilinder met 55 pk. De trekker haalt een snelheid van 37 kilometer per uur. Je rijdt er zo mee weg.

Ronkende motoren

Na het overlijden van mijn ouders heb ik wat geld geërfd. Met mijn voorliefde voor ronkende motoren vond ik het leuk om van dat geld wat oldtimers te kopen. De trekkers behouden bovendien hun waarde. Een nieuwe auto is na tien jaar wel afgeschreven.

Met de Hanomag Nato of één van de Ursus-trekkers doe ik graag mee aan toertochten. Onze vier kinderen – drie zonen en een dochter – zijn ook besmet geraakt met het oldtimervirus. We hebben met z’n allen verschillende keren meegedaan aan de Trekker Elfstedentocht.”