‘Of ik nog jonge vrouwen wist’
Een tv-programma zocht jonge vrouwen die later boer willen worden. Dat was namelijk iets bijzonders, dachten ze.
Er belde iemand van een tv-programma. Of ik nog jonge vrouwen wist die later boer willen worden. Natuurlijk, hoeveel wil je er? Nou nee, dat laatste zei ik er niet bij. Ik word altijd een beetje kriegel van tv-redacteuren die agrarische kandidaten zoeken voor hun programma’s. Meestal betekent het voor mij extra werk en de toezegging dat ze Boerderij echt, echt, écht ergens zullen noemen, is nog nooit waargemaakt.
Maar dat van die vraag naar vrouwen die boer willen worden, zette me aan het denken. Het tv-programma zou gaan over beroepen waar je kennelijk niet veel vrouwen in tegenkomt. Net zoiets als Meiden die Rijden, over vrouwelijke vrachtwagenchauffeurs. Met de transportsector ben ik niet zo bekend, maar ik meende toch stellig dat meiden die melken allang geen zeldzaamheid meer waren.
Kalfjes voeren
Wie een beetje de rubriek Opvolger volgt, weet bijvoorbeeld dat ik met enige regelmaat een vrouwelijke kandidaat heb. Ook zij willen later boer worden, net zoals hun broers, mannelijke klasgenoten of buurjongens. Vroeger was dat misschien geen optie, maar dat is al een hele tijd niet meer zo. O ja, het komt nog wel voor dat ouders zeggen: we hebben vier dochters en ‘dus’ geen opvolger. Maar ze zijn er steeds minder.
Vroeger, en zo heel lang geleden is dat nog niet eens, was het tamelijk ondenkbaar dat meisjes de boerderij voort konden zetten. Meewerken ja, medeverantwoordelijk zijn, nee. Kalfjes voeren ja, op de trekker klimmen nee. Afijn, zo waren de taken strak verdeeld.
Lukt niet zonder spierbundels
Het idee dat vrouwen geen boer konden worden, was ook ingegeven door het fysiek zware werk. Er waren spierballen nodig om de ploegstaart achter het paard te bedienen en om hooibalen op te kunnen steken. De opkomst van de mechanisatie veranderde daar niets aan, ook bij het werken met machines was kracht nodig. Koppel maar eens een kipper achter de trekker, dat lukt je niet zonder spierbundels.
Het was natuurlijk een vreemde conclusie dat je met iets minder spierkracht geen boer zou kunnen worden en gelukkig is dat anno nu ook niet meer aan de orde. Dat meisjes geen boer zouden kunnen worden, was meer iets wat anderen dachten dan dat ze dat zelf dachten. Nu wordt er in de sector niet meer raar opgekeken als een meisje aangeeft het bedrijf van haar ouders over te willen nemen.
Meisjes met opvolgambitie
Goed, het kan altijd meer en we zijn er heus nog niet, even los van de Haagse perikelen die een overname wel of niet in de weg zitten. Op agrarische scholen zitten in elke klas wel een paar meisjes met opvolgambitie. En als ik op boerenbedrijven kom, is er regelmatig een gezin met een vrouwelijke opvolger in spe. Niks bijzonders zou je denken. Maar buiten de landbouw zijn ze kennelijk nog een bezienswaardigheid. Anders hoefde er geen tv-programma over te komen.
“ Op agrarische scholen zitten in elke klas wel een paar meisjes met opvolgambitie”
Bovenstaande klopt niet.
Hallo Beulink ik loop al bijna 50 jaar rond op landbouwbedrijven en ik trek nog steeds de conclusie dat pa beslist eerst de zoon die als derde geboren is dan de vierde en dan met veel ???? de eerste dochter onder voorwaarde dat ze verkering heeft met of getrouwd is met een boerenzoon zo niet dan gaan dezelfde voorwaarden op voor numero 2 en 3 Dus *** niet de agrarische gemeenschap is de meest conservatieve gemeenschap van onze bevolking dat is een feit waar jij ook niet omheen kandeze reactie is automatisch gemodereerd
Natuurlijk mogen, kunnen en willen meisjes boer worden. Dat geldt ook voor vuilnisophaler. Maar daar zie je nooit vrouwelijke support voor. Dus meiden: ga achterop die wagen staan.
Jij moet niet dom ***len een vuilnisophaler moet de nodige fysieke kracht hebben er zijn voldoende sterke boerenzonen die dat kunnen maar zou hun dat misschien te min zijn???deze reactie is automatisch gemodereerd