Geconstateerde welzijnsafwijkingen in de slachterij worden per 1 januari 2023 door de NVWA voor alle pluimvee administratief afgedaan. De betrokken pluimveehouder is dan verplicht maatregelen te nemen. - Foto: Michel Zoeter PluimveeNieuws

NVWA: welzijnsafwijkingen bij alle pluimvee uniform handhaven

Vanaf 1 januari 2023 gaat de NVWA voor welzijnsafwijkingen in de slachterij bij alle pluimvee dezelfde administratie werkwijze toepassen zoals dat nu gebeurt bij regulier gehouden vleeskuikens.

Wanneer een dierenarts van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in de slachterij ziet dat pluimvee in slechte dierwelzijnsomstandigheden heeft geleefd, wordt dat vanaf 1 januari 2023 administratief afgehandeld.

Dat betekent dat de pluimveehouder een brief krijgt waarin staat wat de dierenarts aan de slachtlijn heeft waargenomen en dat hij verplicht is om maatregelen te nemen om het dierenwelzijn te verbeteren. Daarvoor heeft de pluimveehouder 12 weken de tijd. Als de NVWA na die 12 weken weer waarnemingen doet die duiden op slechte dierwelzijnsomstandigheden in de stal, dan krijgt de pluimveehouder een bestuurlijke boete. Die is standaard € 1.500 en kan bij recidive worden verdubbeld.

Tot nu alleen bij reguliere kuikens

Deze manier van handhaven wordt tot nu alleen toegepast bij regulier gehouden vleeskuikens op basis van de Europese richtlijn voor vleeskuikens (2007/43/EG). Bij scharrel- en biologische vleeskuikens en andere pluimvee (zoals legkippen, kalkoenen en eenden) ging de NVWA anders te werk. Als een NVWA-dierenarts bij dat pluimvee in de slachterij constateerde dat de dieren in slechte dierwelzijnsomstandigheden hadden geleefd, dan werd dit binnen de NVWA gemeld en volgde een fysieke inspectie van het bedrijf door een NVWA-inspecteur (uitgezonderd wanneer dit wegens corona of vogelgriep niet mogelijk was).

Wanneer de inspecteur bij dat bedrijfsbezoek slechte dierwelzijnsomstandigheden vaststelde, dan leidde dat, afhankelijk van de ernst van de overtreding, tot een waarschuwing of een bestuurlijke boete.

Vanaf 1 januari gaat de NVWA bij scharrel- en biologische vleeskuikens en ander pluimvee op dezelfde wijze handhaven als bij regulier gehouden vleeskuikens. Geconstateerde welzijnsafwijkingen worden dan ook administratief afgedaan. Hiermee wordt de handhaving uniformer en efficiënter, stelt de NVWA.

Strooiselkwaliteit

Welzijnsafwijkingen die zijn ontstaan in een pluimveestal bestaan vooral uit acute ontstekingen aan de borst of poten. Zoals voetzoollaesies, hakdermatitis en borstblaren. De belangrijkste oorzaak van deze ontstekingen is een slechte strooiselkwaliteit in de stal. Nat strooisel wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door het drinkwatersysteem, de voersamenstelling of onvoldoende ventilatie. “Wees daarom alert op de strooiselkwaliteit in de stal en voorkom welzijnsproblemen bij uw pluimvee”, adviseert de NVWA.

In het Besluit houders van dieren wordt voorgeschreven dat er in de ruimte waarin een dier wordt gehouden, geen materialen en, in voorkomend geval, bodemdekking mag worden gebruikt die ongeschikt of schadelijk zijn voor het dier. Omdat slechte strooiselkwaliteit hier onder valt, kan dit worden vastgesteld als een overtreding van het Besluit houders van dieren. De waarneming van welzijnsafwijkingen wijst er immers op dat er bodembedekking wordt gebruikt die ongeschikt of schadelijk is voor de dieren. Daarom geldt de werkwijze om hierop te handhaven vanaf 1 januari 2023 voor alle soorten pluimvee.

Beheer
WP Admin