Achtergrond ter illustratie. Foto: Koos Groenewold. Afbeelding inzet: LTO/NOP PluimveeNieuws

NOP-ledenavonden bomvol nieuws: dierenwelzijn, afroming rechten, emissies

Ongeveer 130 leden bezochten de LTO/NOP-bijeenkomsten in Barneveld, Assen en Asten. Een opkomst die de betrokkenheid van de leden toont. Het werden sessies waarin informatie werd gezonden, maar waarin vooral ook reacties werden ontvangen op de grote wijzigingen waar LTO/NOP bij betrokken is.

De leden kregen uit de eerste hand te horen wat de nieuwste ontwikkelingen zijn rondom dierenwelzijnseisen, mest, ammoniak en andere actualiteiten. De aftrap was voor secretaris Ernest Bokkers die alle acties schetste sinds het zogenoemde amendement Vestering van mei 2021. Dat amendement zorgde voor veel opschudding, want het maakte dierhouderij in de bestaande vorm feitelijk onmogelijk.

Eisen dierwaardige veehouderij: Wet Dieren

Uiteindelijk is het buiten werking gesteld, maar er komt wel een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) onder de Wet Dieren voor terug waarin de wettelijke eisen voor dierwaardige veehouderij flink worden aangescherpt. De AMvB Wet Dieren lijkt medio mei in de ministerraad te komen. Daarna start een consultatieronde op internet die zes weken gaat duren. Na verwerking van de reacties kan de AMvB dan naar de Tweede Kamer. Na vaststelling van de AMvB zijn dan de wettelijke minimumeisen vastgelegd.

Daarna legde voorzitter Kees de Jong uit dat er overeenstemming is met de Dierenbescherming over het Convenant Dierwaardige Veehouderij. “Het is niet allemaal zoet wat daar uitrolt, maar het is heel wat minder zuur dan bij de start van dit alles in 2021”, aldus De Jong. Het zuur zit voor de pluimveesector vooral in de bezettingseisen. Er is een compromis bereikt over de situatie zoals die er in 2030 moet zijn. Voor de eisen in 2035 en 2040 is nog onderzoek nodig. Er zijn wel wat indicatieve punten vastgelegd. “Dierenbescherming wil op sommige punten verder gaan dan wij, maar heeft in elk geval wel oog voor de positie van pluimveehouders. Het onmogelijke kan niet gevraagd worden”, aldus De Jong.

Het convenant wordt pas na publicatie van de AMvB ondertekend en openbaar gemaakt. Dat moet voorkomen dat de politiek nog gaat shoppen in het convenant en de AMvB aanscherpt.

Goede punten in convenant

Wat zijn nu de goede punten uit het convenant? Ten eerste dat alle bovenwettelijke eisen uit de markt betaald moeten worden. Niet uit een niche, maar door een stevige markt. Dat maakt financiering en terugverdienen van investeringen binnen redelijke termijnen mogelijk. Ook moeten de stalaanpassingen voor het betere dierenwelzijn vergunbaar zijn. De huidige situatie rond de overdekte uitlopen bij BLk 1 ster-vleeskuikens is daarvoor een wake-upcall. De grootte van de bouwblokken moet aangepast kunnen worden, want meer staloppervlak moet wel te bouwen zijn. Wordt aan deze randvoorwaarden niet voldaan, dan kan de sector geen stappen zetten verder dan de wettelijke eisen uit de AMvB.

Een heel cruciaal punt in het convenant is de oprichting van een DierenwelzijnsAutoriteit, op eenzelfde wijze als de Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa) bij de antibiotica-aanpak. Een verkenner gaat deze opzetten en de werkzaamheden voorbereiden. Die nieuwe autoriteit gaat optreden als rem- en gaspedaal rondom dierenwelzijn. Ze toetst of partijen de benodigde stappen zetten of gezet hebben. Ze gaat toezien op alle relevante spelers in de voedselproductie. Denk ook aan de horeca die veel afneemt, maar nog niet echt zijn rol in deze oppakt.

Een ander punt is dat er gidsen komen om de praktijk goed in te vullen. Daarin worden pluimveehouders handvatten geboden hoe aan een doelvoorschrift invulling kan worden gegeven. Werkgroepen met onderzoekers, de Dierenbescherming en de pluimveesector gaan deze gidsen opstellen. Het zal duidelijk maken dat veel nog onbekend is en aanleiding voor nader onderzoek om te zorgen dat de juiste stappen voor dierwaardigheid worden gezet, inclusief de neveneffecten ervan. Denk hierbij aan emissies.

Tijd dringt bij afroming van rechten

Bij de afroming van de pluimveerechten begint de tijd te dringen. LVVN komt nog steeds niet met definitieve cijfers over het effect van de opkoopregelingen. Die zijn de basis voor aanpassing van het afromingspercentage in de wet. Die staat nu nog op 13%. De aanpassing daarvan lijkt 7 maanden te kosten, dus dat is dan niet geregeld voor december. Dat is te laat. Pluimveehouders moeten uiterlijk begin november aan de bak als ze pluimveerechten willen leasen of kopen om ze in 2025 te kunnen benutten. Het belang van de procedure die we met POV tegen de afroming willen voeren, groeit dus met de dag. Helaas valt het niet mee om geschikte bedrijven te vinden voor een proefproces. LTO/NOP wil namelijk niks discutabels hebben op het te kopen bedrijf: de vergunning moet 100 procent oké zijn, de stal al aanwezig, de inventaris moet erin zitten, et cetera. Wie denkt te kunnen helpen, graag een telefoontje of mailtje naar Kees de Jong of Ernest Bokkers.

Ammoniak gaat ook schuren

Dan de ammoniakemissies. De Nederlandse veehouderij stoot zo’n 100 kiloton (of miljoen kilo) ammoniak uit, waarvan de pluimveehouderij minder dan 10 procent doet. Nu kun je op verschillende manieren rekenen. Op basis van de pluimveestapel en de RAV-normen zou de sector 7 miljoen kilo per jaar uitstoten. In werkelijkheid is de uitstoot nu 13 miljoen kilo, blijkt uit berekeningen van WUR in 2023. Daarmee was tijdens de besprekingen over het niet gesloten Landbouwakkoord iedereen het eens. Zou je alle pluimvee onder de normen van het convenant dierwaardige veehouderij houden, dan kom je op een uitstoot van 17 miljoen kilo.

Daarbij is de grote verschuiving van vleeskuikens richting BLk en de gevolgen daarvan voor de emissies nog niet meegenomen. Dat betekent nog eens 3 miljoen kilo extra, totaal 20 miljoen kilo ammoniakuitstoot. Als pluimveesector zeggen we: we geven voorrang aan dierwaardigheid en we zorgen dat we de extra emissies die dat met zich meebrengt reduceren tot de huidige productieruimte van 13 miljoen kilo ammoniakuitstoot, stelt De Jong. Met Best Beschikbare Technieken, reguliere krimp en opkoopregelingen zorgen we er via doelsturing zelf voor dat we alle extra emissies door hogere dierenwelzijnseisen reduceren naar die 13 miljoen kilo in 2040. Dat zijn voor ons de piketpalen, aldus de voorzitter.

 “Ons doel als LTO/NOP is om bedrijfsontwikkeling mogelijk te maken, rendabele bedrijven te hebben en te houden in 2040”, aldus Kees de Jong.

Reacties

Je moet een account hebben om te reageren

Voordelen van een account:

Krijg toegang tot de beste en meest actuele artikelen.

Discussier mee met collega’s, experts en specialisten.