Opvolger Erik: ‘Dankzij mijn ouders ben ik hier straks de vijfde generatie boer’

Erik Baving werkt samen met zijn ouders op hun melkveebedrijf en veehandel in Leutingewolde. Hij wil groeien en het bedrijf toekomstbestendig maken, en heeft plannen voor een grotere melkstal en jongveestal.

“Ik zou willen groeien om de grond die we hebben beter te benutten. Ik vind het belangrijk dat het bedrijf in evenwicht is met grond en dieren. Of ik na een uitbreiding personeel nodig heb, kan ik nu nog niet zeggen. Dat ligt ook een beetje aan de vriendin die ik zal krijgen. Wil zij wel of niet meewerken op het bedrijf? Zo niet dan moet er misschien een zaterdaghulp komen. Maar dat zie ik dan wel.

Wat ik ook zou veranderen, is de melkstal. We melken nu in een 2×4 open tandem, maar die heeft niet genoeg capaciteit als ik wil groeien. Wat er dan moet komen, daar ben ik nog niet uit. Een robot of toch een melkstal? We zijn fanatieke weiders, daar moet het systeem wel bij passen. Verder zou ik er een jongveestal bij zetten om overbezetting te voorkomen. Dat is nu geen probleem maar dat moet het ook niet worden. Tot slot wil ik me meer ontwikkelen op het gebied van de veehandel. Om daar meer ervaring in op te doen, moet ik zelf ook op pad. Ik ben al bezig mijn vrachtwagenrijbewijs te halen.”

Ik vind het een sport om rechte banen gras te harken zonder gps

“Mijn ouders. Ze zijn de vierde generatie hier, daar ben ik trots op. Dankzij hun inzet kan ik straks ook boer worden. Ik word dan de vijfde generatie.”

“Bezig zijn tussen de koeien. Ik geniet als ze er allemaal gezond bij staan. Wat ik ook erg mooi vind, is gras bij elkaar harken. Het is de sport om die dikke banen gras zonder gps kaarsrecht bij elkaar leggen.”

“Eens per jaar spuiten we de stal schoon. We doen steeds een stukje maar toch zijn we er alles bij elkaar wel vijf dagen mee bezig. Ik vind het saai werk en ’s avonds als de koeien weer binnenkomen, zit alles meteen weer onder de stront.”

“Zou ik het aan niemand vertellen en het geld investeren in het bedrijf. Wat grond erbij en die jongveestal. Mocht er iets overblijven, dan koop ik een huisje voor mijn ouders. Voor mezelf hoef ik niets. Ik heb een klein autootje, dat is prima. En reizen? Nee hoor, vakantie is nooit mijn hobby geweest.”

“In het weekend ga ik graag naar de keet om een biertje te drinken met mijn kameraden. Of we gaan naar een geheimezenderfeest of een feesttent. Ik zit ook in het plaatselijke carbidteam. Verder heb ik ondanks blauwtong aardigheid aan mijn hobbyschapen.”

“Hoop ik dat die jongveestal er staat, we iets gegroeid zijn en dat het bedrijf helemaal up to date is. En dat er dan meer duidelijkheid is over stikstof- en ander beleid. We zitten vlakbij een natuurgebied, maar hebben nog altijd geen idee of dat gevolgen gaat hebben.”