Op sectorniveau komt het gebruik van ruw eiwit in melkveerantsoenen uit op 162 gram per kilo droge stof, zo blijkt uit voorlopige cijfers. - Foto: Andrea van Schaik RundveeNieuws

Minder ruw eiwit in melkveerantsoen is vooral kwestie van durven

De eerste resultaten van project Koe en Eiwit gaan al aardig richting het doel om 155 gram ruw eiwit per kilo droge stof aan de koeien te voeren. Angst voor verminderde productie is de grootste hobbel op het pad naar minder ruw eiwit in het melkveerantsoen.

Dat blijkt uit de ‘Inspiratiedag Koe en Eiwit’ die in Ede voor alle deelnemers en hun begeleiders werd georganiseerd.

In het project Koe en Eiwit gaan 155 melkveebedrijven op drie grondsoorten en met verschillende intensiteit klassen ervaring opdoen met verlagen van ruw eiwit in het melkveerantsoen.

Paul Galama, projectleider van Koe en Eiwit, gaf aan dat de 153 deelnemende bedrijven al goed op weg zijn. Op de zandbedrijven is gemiddeld 156 gram ruw eiwit per kilo droge stof aan de koeien gevoerd. Voor de klei- en veenbedrijven is dat respectievelijk 157 en 163 gram ruw eiwit. “Deze cijfers zijn voorlopig en moeten nog bevestigd worden uit de KringloopWijzer van de betreffende bedrijven”, zo schetste Galama.

Streefdoel sector: 160 gram ruw eiwit in 2025

Erwin Maathuis, beleidsmedewerker van LNV, gaf aan dat het streefdoel voor de sector als geheel ook al aardig in beeld komt. “Dat ligt op 160 gram ruw eiwit in 2025. De voorlopige cijfers van het CBS komen uit op gemiddeld 162 gram ruw eiwit over 2022.” Wat het doel voor 2030 wordt is nog niet bekend. “We weten wel: elke gram minder eiwit in het voer geeft ook een reductie van de ammoniakuitstoot van 1%. Dus elke gram heeft effect.”

Jos Verstraten, bestuurder van de vakgroep Melkveehouderij van LTO, zet de context verder op scherp. “We hebben te maken met het stikstofplafond. In 2021 produceerde de melkveehouderij 273 miljoen ton. Maar de plafonds worden verlaagd.”

Excretie in 2025 10% lager

Het plafond is nu 282 miljoen ton, maar in de derogatiebeschikking staat dat in 2025 de excretie 10% lager moet zijn ten opzichte van 2020. Volgens Verstraten zit de sector met 162 gram ruw eiwit nu ongeveer op de helft. “Die 10% verlaging moeten we halen om te voorkomen dat er gekort gaat worden op dierrechten.”

Het vergezicht van de overheid is mestproductie te koppelen aan plaatsingsruimte. En dat is grond. Bij 170 kilo stikstof gebruiksruimte betekent het dat 1,3 gve dan de norm wordt.

Zoektocht naar hoe 155 gram ruw eiwit te bereiken

Meer op het erf komt de zoektocht hoe die 155 gram ruw eiwit dan bereikt moet worden. Elke deelnemer is aan de slag gegaan met verlaging van de eiwitvoeding op zijn of haar bedrijf. “De grootste winst is te halen bij de volwassen koeien. Want ongeveer 86% van alle gevoerde eiwit gaat naar die groep, verdeeld in 81% naar de lacterende koeien en 5 tot 6% naar de droge koeien”, zo geeft Harmen van Laar, onderzoeker bij WUR aan.

En er zijn ook mogelijkheden voor. Hij stipte het belang van een goede ruwvoerkwaliteit aan. “Als je ruwvoer gemiddeld 170 gram ruw eiwit bevat, zou je krachtvoer gemiddeld niet meer dan 100 gram ruw eiwit moeten bevatten. De praktijk is echter anders. Daar liggen de eiwitgehalten van het krachtvoer veel hoger. Vaak uit angst melkproductie te verliezen.”

Angst om minder ruw eiwit te voeren

Henry van Ittersum van Euro Koe Idee is een van de begeleiders binnen het project. Hij ziet ook dat veehouders angst hebben om minder ruw eiwit te voeren, omdat de melkproductie per koe per dag daaronder zou kunnen lijden. “Maar je moet wel durven.” Hij geeft aan dat de vermindering van ruw eiwit vooral kan plaatsvinden bij de koeien die in het eerste deel van de lactatie zitten. “Voer daar niet meer dan 150 gram ruw eiwit. Dat kan prima, mits je wel voldoende energie blijft verstrekken. Dát is cruciaal om de koe op productie te houden. Bij de koeien boven 150 dagen lactatie kan je dan richting 165 gram ruw eiwit gaan.”

Melkureumgehalte als leidraad

Het melkureumgehalte kan daarbij worden gebruikt als leidraaid. “Melkureum is het resultaat van het uitscheiden van de overtollige hoeveelheid stikstof. Een hoog ureumgehalte betekent niets meer dan orgaanbelasting. Vaak wordt 20 als streefnorm aangehouden, maar dat kan best lager. Een melkureumgehalte van 17 is prima. Dan is er minder eiwitverspilling, minder kosten, minder belasting van de koe ofwel een gezondere koe en evenveel of meer liters in de tank.”

Reacties

  1. Als een ureumgehalte van 17 zo gewenst is, is dat toch niet zo moeilijk? Geef een melkveehouder een bonus bij 17 en gaan met die banaan. Wel jammer voor al die lieden die nu in projectgroepen zitten en daar een boterham mee verdienen.

Beheer
WP Admin