Miljoenenverlies voor termijnhandel met tulpenbollen niet aftrekbaar

Een verlies van € 6,5 door speculatie met tulpenbollen is niet als verlies uit onderneming aftrekbaar. Speculeren speelt zich af in de privé-sfeer en is niet aan te merken als het drijven van een onderneming.

Kort samengevat is de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden de volgende:
In mei 2003 wordt een fonds opgericht waarvan het door de participanten ingelegde vermogen wordt belegd in vorderingen die ontstaan uit termijntransacties in bollen van nieuwe tulpenrassen. In oktober 2003 besluit belanghebbende, X, te participeren, maar omdat inschrijving op dat moment niet meer mogelijk is, wordt voor hem een eigen, op het fonds gelijkende, structuur opgezet. X belegt daarin voor ongeveer € 6,5 miljoen. Dit loopt uit op een debacle en binnen enkele weken is X zijn gehele inleg kwijt. X geeft dit verlies aan als verlies uit onderneming dan wel negatief resultaat uit overige werkzaamheden, wat door de inspecteur wordt geweigerd.
Rechtbank Leeuwarden overweegt dat het drijven van een onderneming moet worden onderscheiden van het fourneren van geldbedragen om die te beleggen of daarmee te speculeren.

Uit verklaringen van X tegenover de FIOD-ECD blijkt dat X niet de intentie had een bedrijf te beginnen. De storting van € 6,5 miljoen kwalificeert de rechtbank als een belegging waarmee X -gezien de hoogte van het bedrag- van meet af aan een groot risico nam en die daarom een sterk speculatief karakter had. Na het storten van het geld heeft X geen werkzaamheden uitgevoerd die meer omvatten dan voor normaal vermogensbeheer noodzakelijk zijn. Voor zover X werkzaamheden heeft verricht waren die gericht op de afwikkeling van zijn belegging, om het verlies zoveel mogelijk te beperken. Als X op dat moment met zijn ondernemingsactiviteiten zou zijn begonnen dat had hij een reeds waardeloos geworden belegging in tulpenbollen in de onderneming ingebracht. De rechtbank concludeert dat X geen ondernemer is. Het verlies is niet als ondernemingsverlies aftrekbaar. Evenmin is sprake van resultaat uit overige werkzaamheden. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.