AkkerbouwNieuws

Meer greep op slakkenschade in aardappelen

Lelystad – Monitoring van aardappelpercelen in het najaar kan problemen met ondergrondse slakken in het volgende seizoen voorkomen.

Bij een opvallende dichtheid aan slakken is het verstandig voor een andere teelt zoals uien te kiezen. Dat is een van de aanbevelingen uit het rapport van Praktijkonderzoek Plant en Omgeving  (PPO) en DLV om schade van ondergrondse slakken in aardappelen te voorkomen. In de jaren 2007-2009 kwamen geregeld aantastingen voor van aardappelen door ondergronds levende slakken. “Het is heel lastig te voorspellen waar en wanneer deze slakken zullen toeslaan. Ook ontbreken nog effectieve bestrijdingsmethoden. De schade kan echter wel leiden tot afkeuring of verlaging van de opbrengstprijs”, vertelt PPO-onderzoeker Klaas van Rozen.

Wel is duidelijk dat de ondergrondse slakken het meest voorkomen op de wat zwaardere rivierkleigronden in het zuidoosten van het land. “Een lastig punt is dat niet structureel nauwkeurig wordt bijgehouden welk insect of welke slak vraat in aardappelen heeft veroorzaakt. Daar doen we nu gericht onderzoek naar. Maar in 2010 en 2011 waren er nauwelijks aantastingen door ondergrondse slakken. De weersomstandigheden spelen hierbij waarschijnlijk ook een rol.”

PPO en DLV pleiten voor samenwerking tussen telers en studieclubs, voorlichting- en onderzoeksinstanties en geïnteresseerde partijen die signalering van slakkenschade in hun werkzaamheden willen meenemen.

Volgens Van Rozen kunnen telers bij een vermoeden van aanwezigheid van slakken in elk geval goed hun gewas in de gaten houden. “Steek regelmatig een spa in de grond, want de schade en de slakken zijn goed waarneembaar, maar kan zowel plaatselijk als over een heel perceel zijn. Eventueel kan een teler overwegen eerder te rooien.”

Beheer
WP Admin