Loonbedrijf A. Koorevaar kocht vorig jaar een getrokken Lely Storm P300 profi hakselaar voor de grasoogst. De machine komt van een mechanisatiebedrijf in Groot-Brittannië en is nooit eerder gebruikt. – Foto’s: Loon- en verhuurbedrijf A. Koorevaar MechanisatieNieuws

Loonbedrijf kiest voor Lely Storm-hakselaar vanwege lage bodemdruk

Loonbedrijf A. Koorevaar in Molenaarsgraaf (Z.-H.) hakselt voor het tweede seizoen met een Lely Storm getrokken hakselaar. Het bedrijf koos bewust voor de Lely Storm P300 Profi vanwege het lage eigengewicht ten opzichte van een zelfrijdende hakselaar.

De Lely Storm P300 Profi weegt twee ton. Zelfs in combinatie met de Case Puma 165 blijft het totaalgewicht lager dan dat van een zelfrijdende hakselaar. “Wij zijn met onze werkzaamheden actief in een veenweidegebied. Daar is de draagkracht van de grond een probleem”, vertelt Arie Koorevaar, eigenaar van loonbedrijf A. Koorevaar.

Dankzij het lagere gewicht veroorzaakt de combinatie minder bodemschade. “Daarnaast hakselen wij niet bijzonder veel hectares op jaarbasis”, zegt Koorevaar. Daarom bleek een getrokken hakselaar een interessantere investering dan een zelfrijdend model. “De hakselaar is goedkoper. Bovendien kunnen we de trekker die ervoor staat, ook voor andere doeleinden gebruiken.”

Tevreden over hakselkwaliteit en prestaties

Koorevaar is zeer tevreden over de prestaties van de Lely Storm P300 Profi. De hakselaar levert volgens hem een mooi eindproduct af. Met een snijlengte van 2 centimeter doet de machine volgens Koorevaar niet onder voor een zelfrijdende variant.

Hoewel de capaciteit iets lager ligt, vormt dat in de praktijk geen probleem. “Het aantal hectares per uur is lastig te zeggen, maar onder normale omstandigheden redden we de 5 hectare wel”, zegt hij. Wel benadrukt hij dat dit sterk afhankelijk is van de oogstomstandigheden.

Manoeuvreren vraagt extra ruimte

De combinatie van trekker en hakselaar vraagt op smalle percelen of langs sloten en greppels extra stuurmanskunst. Omdat de hakselaar schuin achter de trekker rijdt, is er meer ruimte nodig om te manoeuvreren. Ook kleine kopeinden maken het keren en het naast elkaar rijden lastig. “Het liefst hebben we een kopeinde van 10 tot 15 meter”, zegt Koorevaar.

Ook tijdens transport over de weg levert de combinatie soms uitdagingen op. De hakselaar steekt aan de rechterkant van de trekker uit, wat op smalle wegen voor krappe situaties zorgt. “Dit zorgt wel eens voor wat krappere situaties op de smallere wegen bij ons in de buurt”, vertelt Koorevaar.

Reserveonderdelen geen zorgpunt

Over de beschikbaarheid van reserveonderdelen maakt Koorevaar zich geen zorgen. “Ik heb de machine gekocht compleet met een volledige voorraad reserveonderdelen”, zegt hij. De lokale dealer leverde de machine compleet met deze onderdelen uit. Koorevaar heeft er bovendien vertrouwen in dat onderdelen ook in de toekomst goed leverbaar blijven.