Melkveehouderij en kalverhouderij moeten beter samenwerken. Een kalverpaspoort met cruciale informatie helpt daarbij, zegt LTO-bestuurder Kreuger. Foto: Jan Willem Schouten RundveeNieuws

Kreuger (LTO): kalverpaspoort helpt sectoren beter op elkaar af te stemmen

Kalverpaspoort helpt melk- en vleeskalverhouders bij een betere afstemming. Nieuwe welzijnsregels en transportleeftijden zorgen voor uitdagingen in de sector.

De vleeskalverhouderij staat voor grote uitdagingen. Nu de sector krimpt, is het volgens LTO-vakgroepvoorzitter Teus Kreuger nog belangrijker dat deze integreert in de kringlooplandbouw met de melkveehouderij. Dit stelde Kreuger tijdens het jaarlijkse symposium van DAP Thewi in Oirschot (N.-Br.). Daar is meer samenwerking tussen beide sectoren voor nodig.

Voordelen en kanttekeningen kalverpaspoort

Een kalverpaspoort waarin alle behandelingen, voeding en andere relevante gegevens zijn opgenomen, maakt de overgang van de melkveehouderij naar de kalverhouderij een stuk eenvoudiger. Zowel kalverhouders als melkveehouders zien de voordelen, maar ook de kanttekeningen. De kosten voor vaccinatie op het melkveebedrijf moeten hoe dan ook worden gedekt. Ze vragen zich af of dat uiteindelijk via de handel wordt geregeld.

Welzijnsregels raken beide sectoren

Kreuger verwees ook naar het in ontwikkeling zijnde Convenant dierwaardige veehouderij, waarin een aantal welzijnsissues staat die beide sectoren raken. Zo moeten kalveren vanaf een leeftijd van 14 dagen in groepshuisvesting worden gehouden. Dat vraagt investeringen van de melkveehouderij, maar brengt ook uitdagingen mee voor de kalverhouderij.

Nieuwe eisen aan huisvesting

Nu mogen kalveren na aankomst op het kalverbedrijf nog individueel worden gehuisvest. Dit biedt de kalverhouder de mogelijkheid de dieren te leren kennen en indien nodig individueel te helpen met drinken. Daarnaast wordt speenvoedering tot een leeftijd van zes weken verplicht om beter aan de natuurlijke behoefte van het kalf te voldoen.

Discussie over transportleeftijd

Een ander dilemma dat beide sectoren raakt, is de transportleeftijd van kalveren. Nederland hanteert een insteek van 28 dagen, terwijl België kiest voor 21 dagen. Ondertussen werkt de EU aan een verordening met een minimumleeftijd van vijf weken en een minimaal gewicht van 50 kilo. Inmiddels is er twee jaar ervaring met Duitse kalveren van 28 dagen oud. Daaruit blijkt dat oudere kalveren niet per definitie beter en gezonder zijn.