In 2026 moet elk kalf standaard een langdurige pijnstilling krijgen bij onthoornen. Vanaf 2040 willen ZuivelNL en Dierenbescherming dat er niet meer onthoornd wordt. Foto: Mark Pasveer RundveeNieuws

Routekaart melkveehouderij van kracht

De leden van ZuivelNL en Dierenbescherming hebben ingestemd met de ‘Routekaart naar een dierwaardiger en toekomstbestendige melkveehouderij’.

In het routeplan zijn vier aandachtspunten aangewezen: overstappen naar vrijloopstallen, meer weidegang, stoppen met onthoornen en het kalf bij de koe houden. Met de routekaart wordt onderzocht hoe deze vier punten gerealiseerd kunnen worden. Deze punten zijn gebaseerd op de zienswijze ‘Dierwaardige Veehouderij’ van de Raad van Dieraangelegenheden uit 2021.

Om de stappen in de routekaart te zetten, zijn enkele cruciale randvoorwaarden opgesteld, zoals vergunningen en financiering, consistent beleid, een gelijk speelveld, integratie met andere opgaven zoals klimaat en stikstof, en samenhang met wetgeving en het nog te sluiten Convenant Dierwaardige Veehouderij. Als de randvoorwaarden van een specifieke stap niet zijn ingevuld, kan deze stap niet gezet worden. Deze randvoorwaarden komen overeen met die van het convenant.

ZuivelNL en Dierenbescherming omschrijven de routekaart als ambitieus én realistisch. Het behalen van de doelen vereist een dynamische aanpak, waarbij 2040 als einddoel is gesteld. Dit geeft zowel de melkveehouderij als de periferie de ruimte en tijd om aanpassingen door te voeren en eventuele meerkosten uit de markt te halen. In de routekaart is een belangrijke rol weggelegd voor koplopers, zonder dat daar direct een waardeoordeel aan verbonden is. ZuivelNL en Dierenbescherming willen koplopers ondersteunen om zo het gehele proces te stimuleren.

Hiervoor kent het programma vier fasen:

  1. Experimenteerruimte
  2. Marktconcepten
  3. Praktijk- en duurzaamheidsprogramma’s en zuivelkwaliteitsystemen
  4. Wetgeving en Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s)

2040: einde onthoornen

De aandachtspunten zijn in de routekaart vastgelegd met duidelijke doelen. Voor onthoornen geldt een geleidelijke uitfasering, met als einddatum 2040. Een klein deel van de melkveehouders onthoornt al niet meer, deels door het behouden van hoorns en deels door hoornloos fokken. De kennis van deze bedrijven wordt benut om andere melkveehouders te helpen bij het maken van de juiste keuzes voor hun bedrijf. Het stoppen met onthoornen wordt opgenomen in verschillende marktconcepten, die gelijkwaardig zijn aan 1 ster Beter Leven.

Vanaf 2026 wordt langdurige pijnstilling bij onthoornen opgenomen in een AMvB.

Meer stimulans voor weidegang

Ondanks dat 80% van de melkveehouders weidegang toepast, blijft dit een speerpunt. Het aantal weidende koeien en de duur van de weidegang moeten omhoog. De ambitie van Dierenbescherming is dat alle melkveedieren kunnen weiden. ZuivelNL stelt dat veehouders zelf de beste invulling voor hun bedrijf moeten kunnen bepalen.

Het streven is dat in 2040 koeien zoveel mogelijk weidegang hebben. Het aantal uren hangt af van de regio en de omvang van de huiskavel. Ook jongvee moet vaker de wei in. De ambitie is dat in 2030 al het jongvee weidegang krijgt. In samenwerking met Stichting Weidegang wordt hiervoor dit jaar een project opgezet.

Alle koeien in een vrijloopstal

De ideale stal waarin koeien hun natuurlijke gedragsbehoeften kunnen vervullen, is een vrijloopstal. De komende jaren wordt hier meer onderzoek naar gedaan, vooral om duidelijkheid te krijgen over bodemtype, welzijns- en gezondheidsaspecten, emissies en kosten.

Voor de huidige ligboxenstal geldt dat vanaf 2028 elke koe minstens één ligplek moet hebben met afmetingen die bij het dier passen. Dit is ook opgenomen in het contourendocument van de minister van LVVN, alleen is daar met 2026 een strakkere deadline vastgesteld.

Kalf langer op het bedrijf én bij de koe

De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht voor het langer aanhouden van kalveren op het melkveebedrijf. De Europese Commissie streeft naar een minimale afvoerleeftijd van 28 dagen. Wanneer dit wordt ingevoerd, is nog niet duidelijk. Ook de Nederlandse overheid wil naar een afvoerleeftijd van 28 dagen, wat mogelijk in 2026 wordt ingevoerd.

In de routekaart is opgenomen dat kalveren op jongere leeftijd in groepen gehuisvest moeten worden. Er wordt een onderzoeksproject opgezet naar de ideale leeftijd en huisvestingsomstandigheden. Het streven is om vóór 2040 via een AMvB vast te leggen dat kalveren minstens 28 dagen op het melkveebedrijf in groepjes op stro gehuisvest zijn.

Dierenbescherming ziet op termijn graag dat een kalf minimaal bij de koe blijft. De haalbaarheid en mogelijke manieren om kalveren langer bij de koe te laten blijven, worden de komende jaren intensief onderzocht. Ook hiervoor geldt dat in 2040 een eindbeeld moet zijn vastgesteld waarbij kalveren langer bij de koe blijven.