Kleinere uienoogst door droogte en areaalkrimp

Jaap Jonker van zaadfirma De Groot en Slot schat in dat over de hele linie 10% minder van een hectare wordt geoogst. Dat betekent een gemiddelde hectare-opbrengst van ongeveer 47 ton. In combinatie met het eveneens 10% kleinere areaal komt de oogstverwachting dan op zo’n 1,3 miljoen ton zaaiuien voor 2022.

Uienoogst twee weken vroeger

De uienoogst is zo’n twee weken vroeger dan normaal al volop op stoom, omdat de groei eruit is en de oogstomstandigheden goed zijn. Adviesbureau Delphy drukt telers dan ook op het hart om de oogst niet uit te stellen: “Uitstel leidt niet tot veel extra kilo’s, maar kan wel kwaliteitsverlies veroorzaken als het weerbeeld omdraait. Ook zien we op een aantal percelen hergroei, ook wel doorwas, ontstaan.” Aan de roep wordt gehoor gegeven.

Een vroege oogst is op zich mooi, maar de lagere opbrengsten niet. De droogte laat duidelijk sporen na, zo blijkt bijvoorbeeld uit de proefrooiing van Harry’s Farm in Swifterbant op 26 augustus. Die viel zeer tegen. “De opbrengst is slecht”, concludeert akkerbouwer Harry Schreuder. “We komen aan een netto-opbrengst van 41 ton per hectare.”

Vorig jaar rooide hij 73 ton per hectare. Dat is wel beter dan in 2018, toen Schreuder – afhankelijk van het ras – 30 tot 35 ton per hectare telde. Dat was een bijzonder beroerd groeiseizoen door langdurige droogte die vroeger begon dan dit jaar. Nu was er bij aanvang van het seizoen nog wel eens een bui en zijn de meeste percelen in elk geval rooiwaardig, in tegenstelling tot 2018.

Dit seizoen kreeg Schreuder met Pinksteren nog veel water uit de hemel en daarna hield het wel zo ongeveer op. “Rond 19 juli kregen de uien door het hele warme, droge, schrale weer een flinke klap. Ze zijn eind juli en op 12 augustus twee keer met 20 millimeter beregend. Het had eigenlijk nog voor de warmte van 19 juli moeten gebeuren. Alleen toen was het zoutgehalte (EC) van het water veel te hoog. Later is dat gezakt.”

Oogst in Brabant gelijk aan vorig jaar

Waar Schreuder dus de helft van zijn opbrengst lijkt te missen, hebben anderen een redelijk groeiseizoen gehad, want de 80- of 90-tonners zijn er ook. In Brabant is de uienoogst vaak gelijk aan vorig jaar, weet Jonker. Dus soms gaat het goed, maar vaak is het minder. Waterbeschikbaarheid is bepalend voor het succes in de teelt.

Jonker schetst: “Een kwalitatief goede ui kende een regelmatige groei. Met dripirrigatie kun je met kleine giften al veel bereiken, dat zien we in allerlei proeven. Met wekelijks 5 millimeter kun je het verschil al maken. 30 of 60 ton per hectare bij een prijs van 25 cent per kilo, dat verschil loopt in de duizenden euro’s. De investering in dripirrigatie kan dus gauw uit door meeropbrengst in een droog jaar, waarvan we er heel veel hebben tegenwoordig.”