‘Kabinet-Schoof biedt land- en tuinbouw hart onder de riem, maar beloftes zijn flinterdun’
Kabinet-Schoof biedt optimisme en belooft ruimte voor agrarisch ondernemerschap, maar moet externe uitdagingen overwinnen om beloftes waar te maken.
Het is de toon die de muziek maakt. We kennen de uitdrukking allemaal. Het gaat om de manier waarop iets wordt gezegd. Premier Dick Schoof en zijn kabinet beheersen dit genre, getuige de inleidende woorden in de troonrede.
Namens Schoof heeft koning Willem-Alexander het over de ‘beleidswerkelijkheid van de tekentafel’. Deze past volgens hem vaak niet bij de praktijk van alledag. Het is verhulde kritiek op politici, beleidsmakers en het ambtenarenkorps, die allerlei onuitvoerbare, tegenstrijdige en gestapelde plannen, regels en wetten smeden. Te vaak, meldt de koning, horen mensen dat iets niet kan of mag. Het kabinet-Schoof wil die ontwikkeling doorbreken. Stap voor stap, met energie en bevlogenheid. Het nieuwe motto is: kijken wat wél kan. Deze taal spreekt aan, ook al weet iedereen dat er serieuze hobbels zijn.
Nederlandse boeren behoren tot de meest efficiënte ter wereld
Ook voor de land- en tuinbouw tapt Schoof en zijn collega’s uit een ander vaatje. Het is jaren geleden dat er in de troonrede zoveel aandacht was voor de sector. Er spreekt trots uit: ‘Nederlandse boeren behoren tot de meest efficiënte ter wereld.’ In onzekere tijden is het belangrijk om voedselzekerheid te erkennen. Het kabinet belooft ruimte voor agrarisch ondernemerschap. Sectoren kunnen deels een eigen koers bepalen, op voorwaarde dat de doelen worden gehaald.
Flinterdunne beloftes en harde maatregelen
Het klinkt allemaal optimistisch, en dat moet een kabinet bij de start natuurlijk ook zijn. De beloftes zijn echter flinterdun. Voor veel plannen heeft dit kabinet anderen nodig. Brussel bijvoorbeeld bepaalt de speelruimte in de asiel- of mestcrisis. Schoof weet dat natuurlijk ook wel, maar hij vertelt het liever met een halfvol glas.
Want let wel, er zitten tegenvallers en harde maatregelen in deze miljoenennota. Voor alle sectoren, ook de land- en tuinbouw. Denk aan de arbeidsmarkt. Zo zegt het kabinet te willen nadenken over welke soorten werk we in Nederland wel en liever niet willen hebben. Met de zinsnede over misstanden en uitbuiting van arbeidsmigranten komen de tuinbouw en slachterijen al snel in beeld.
Maar misschien hoort dit allemaal bij dat halflege glas, en moet de sector het hart onder de riem even tot zich laten komen. Straks wordt duidelijk wat kan, en niet kan. En dan kan de beschuldigende vinger naar de anderen.