Jagers dragen €600 miljoen bij aan economie

Culemborg – Jagers dragen in Nederland op jaarbasis €600 miljoen bij aan de economie. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Waarde van de jacht’ dat onderzoeksbureau CLM heeft uitgevoerd in opdracht van de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (KNJV). Voor het onderzoek hield CLM een enquête onder 2.244 individuele jagers en 126 lokale jagersverenigingen.

Volgens het onderzoek zijn in Nederland ruim 27.000 jagers actief in het buitengebied, waar ze onder meer dieraantallen binnen gewenste kaders houden. De vrijwillige tijdsinzet die wordt geleverd, komt neer op 13.000 voltijdsbanen per jaar. Als deze uren in salaris worden uitgedrukt en de uitgaven van jagers daarbij worden opgeteld, is er sprake van een economische bijdrage van €604 miljoen.

KNJV gaf mede met het zicht op een nieuwe Wet Natuurbescherming opdracht tot het onderzoek. Binnen de wet moet volgens de organisatie een ‘passende waardering’ komen voor de waarde van de jager voor de Nederlandse maatschappij. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat een individuele jager per jaar gemiddeld 480 uur besteedt aan het voorkomen van schade aan landbouwgewassen.

Jagers ‘investeren’ op jaarbasis volgens het onderzoek ruim 350.000 uur arbeid om het aantal aanrijdingen met groot wild te beperken, bijvoorbeeld door het plaatsen van wildreflectoren. De 300 lokale jagersverenigingen leggen gemiddeld 400 vierkante meter aan bos, akkerranden en houtwallen aan. Tevens besteden ze 500 uur aan tellingen van diverse diersoorten.

KNJV-voorzitter Roelf de Boer vindt de uitkomsten van het onderzoek ‘een belangrijk gegeven’ binnen het kader van een overheid die ‘aandringt op meer participatie van burgers’. In de aanloop naar de nieuwe Wet Natuurbescherming wordt volgens hem te veel voorbij gegaan aan de waarde van de jacht en de jagers voor onze samenleving. “Jagers voelen zich verbonden met en verantwoordelijk voor hun omgeving en vormen veruit het grootste vrijwilligersnetwerk in het Nederlandse buitengebied.”