Hoe herkent u de ziekte van Gumboro?
De ziekte van Gumboro laat in het vroege stadium van de ziekte meestal een daling van de voeropname, sufheid en waterige tot slijmerige ontlasting zien. Afhankelijk van het type Gumboro virus, het type pluimvee en de bescherming van het koppel tegen Gumboro kan de uitval daarna snel oplopen. Zeker bij opfok leghennen zien we dat bij een ongevaccineerd koppel de uitval soms meer dan 50% kan zijn. Maar ook traag groeiende vleeskuikens zijn hier erg gevoelig voor.
De ziekte van Gumboro laat in het vroege stadium van de ziekte meestal een daling van de voeropname, sufheid en waterige tot slijmerige ontlasting zien. Afhankelijk van het type Gumboro virus, het type pluimvee en de bescherming van het koppel tegen Gumboro kan de uitval daarna snel oplopen. Zeker bij opfok leghennen zien we dat bij een ongevaccineerd koppel de uitval soms meer dan 50% kan zijn. Maar ook traag groeiende vleeskuikens zijn hier erg gevoelig voor.
Na de virusinfectie is er een stijging van uitval gedurende 3 dagen, die daarna geleidelijk afneemt. Bij sectie van de vleeskuikens kan een afwijkende Bursa gezien worden, evenals bloedingen in spieren en organen. Secundair worden de nieren aangetast waardoor er diarree en samenhangend vochtverlies kan worden geconstateerd. Daarnaast zorgt het Gumboro virus voor een onderdrukking van de weerstand, waardoor een koppel gevoeliger wordt voor allerlei andere infecties. Het gevolg is een verminderde groei en ontwikkeling maar ook meer uitval in een later stadium of meer afkeur. Deze waarnemingen passen in een beeld van immuunsuppressie, een aandoening die geen duidelijke klinische symptomen vertoont maar er wel voor zorgt dat het afweersysteem van de kippen onderdrukt wordt. Deze onderdrukking geeft andere ziekteverwekkers meer kans om zich te manifesteren. In koppels met minder weerstand zien we vaker gevallen van coccidiose, darmstoornissen en E. coli. Als oorzaak hiervan zijn beschreven Marekse ziekte, REO infecties, intoxicaties en zeker ook infecties met Gumboro virus.
Gumboro UK2019 variant
Eerder is al beschreven dat er een nieuwe variant van Gumboro gevonden werd in Nederlands pluimvee, genaamd UK2019 of 98,1% DV86 (GD), twee namen voor dezelfde virusvariant. Om te bekijken wat de status van vaccinatie en variant virus circulatie is, heeft HIPRA een studie uitgevoerd bij de Nederlandse vleeskuikenhouderij. Op 66 bedrijven werden 77 FTA kaart monsters verzameld van koppels minstens 14 dagen na vaccinatie. Deze werden opgestuurd naar het HIPRA laboratorium in Spanje om het Gumboro virus al dan niet aan te tonen en te typeren.
Als een koppel gevaccineerd is met een drinkwatervaccin tegen Gumboro, verwacht je bij monstername op zijn minst 14 dagen na vaccinatie het vaccinvirus terug te vinden. Een negatieve uitslag betekent dat er te vroeg of niet nauwkeurig een levend vaccin is toegediend. Echter het is ook mogelijk dat andere varianten aangetoond worden die het dier hebben kunnen besmetten al voordat de vaccinatie effect had.
In slechts 50% van de bemonsterde koppels werd het virus aangetoond waarmee gevaccineerd werd, 9% geen virus en in 14% van de koppels een ander vaccin virus dan waarmee gevaccineerd is. Opvallend was dat het percentage van 27% van de koppels waarin de nieuwe variant gevonden werd, meestal met een mild vaccin of met een recombinant vaccin waren gevaccineerd. Vaccinatie met een intermediate plus vaccin resulteerde meestal in een goede bescherming.
Hedendaagse uitbraken met een nieuwe Gumboro variant, de UK2019 (GD: 98,1% DV86), laten meestal enkel verschijnselen van verminderde weerstand zien, maar kunnen uiteindelijk wel leiden tot tegenvallende eindresultaten. Het is daarom aan te raden wanneer de koppelresultaten tegenvallen om contact op te nemen met uw dierenarts en verder onderzoek in te stellen naar de ziekte van Gumboro.