VarkensOpinie

Hard onderhandelen over bouwbloknorm en dieraantallen

Sint-Michielsgestel – Brabant discussieert van 5 tot en met 7 februari over de toekomst van de veehouderij en het platteland. Hiervoor zijn vertegenwoordigers van boeren, agribusiness, overheid, gezondheidsorganisatie en burgers uitgenodigd. De bijeenkomst moet een nieuwe ‘denklijn’ opleveren die Gedeputeerde Staten in maart wil vastleggen in de Staten.

 

7 februari:

Krijgt de veehouderij letterlijk de ruimte om te ontwikkelen? Dat is de kernvraag op de slotdag van de Brabantse Top over de verduurzaming van de veehouderijsector. Koplopers die duurzaam produceren zonder hun omgeving tot last te zijn, moeten worden gekoesterd. Daar zijn alle partijen, inclusief het burgerinitiatief Megastallen Nee en Partij voor de Dieren, het wel over eens. Echter of deze bedrijven dan ook groter mogen groeien dan de nu gestelde norm van 1,5 hectare bouwblok, blijft een heikel punt. Over dit punt wordt nog hard onderhandeld. De boeren menen dat zonder toekomstperspectief het de komende tien jaar nog blijft stinken in Brabant. Want het is een ‘ijzeren wet’ dat ondernemers zonder toekomstmogelijkheden niets meer investeren in hun bedrijf, aldus de ZLTO. Gisteren heeft de Brabantse Milieufederatie (BMF) al ingestemd met verruiming van het bouwblok ‘voor specifieke gevallen’. Wat dit inhoudt, is nog onbekend.
Echter Megastallen Nee en de linkse partijen vrezen dat bouwblokverruiming tegelijk inhoudt dat er meer dieren kunnen komen in Brabant. Terwijl zij een ‘stand still’ eisen van het aantal dieren. Zij hopen met deze maatregel de groei van de veestapel te kunnen beperken.
De slotverklaring wordt vanmiddag gepresenteerd. Dan moet duidelijk worden wat de uitkomst is van de onderhandelingen.


6 februari: Knokken voor de Brabantse veehouderij

Bouwen aan een nieuw Brabants model voor de veehouderij. Dat betekent flinke discussie over wel of geen begrenzing van het bouwblok, dieraantallen, mestverwerking, duurzaamheid, nieuw verdienmodel voor producten binnen de keten, volksgezondheid en leefbaarheid van het platteland. Vanmorgen gingen de groep van zeventig genodigden in drie groepen uiteen om te praten over nieuwe voorwaarden voor individuele bedrijven en gebieden en het economisch perspectief van de veehouderij. Brabant moet veranderen en heeft een nieuw ruimtelijke ordeningsbeleid nodig. Want het huidige is failliet. Daar zijn alle aanwezigen het in ieder geval wel over eens.

Uit de discussie die plaats vinden, wordt helder is dat er geen draagvlak is meer voor de doorontwikkeling van de LOG’s. De grootste knelpunten doen zich voor in de verwevingsgebieden. Want in deze regio’s concentreren zich zowel vee als mensen. Vaak zijn deze gebieden nabij buurtschappen of lintbebouwing. Zij dulden niet langer de stankoverlast en vrezen voor gezondheidsproblemen.

Volgens de Herman van Ham is het onbespreekbaar voor de ZLTO om het probleem op te lossen door de sector simpelweg te saneren. Veel belangrijker vindt hij dat er binnen buurtschappen gewerkt gaat worden aan oplossingen. Hans Huijbers voegde daar eerder aan toe dat boeren weer boer moeten worden. “De menselijke maat moet terug. Ook in de veehouderij.”

Niet alleen kunnen de problemen worden opgelost door gesprekken binnen een buurtschap. Een maatlat is nodig om de nieuwe voorwaarden te borgen. De boeren moeten extra inspanningen leveren om hun bestaansrecht veilig te stellen. Via de maatlat kunnen ze punten verdienen en op basis daarvan hun bedrijf ontwikkelen of niet . Aan de vergunningsvoorwaarden worden ook ‘softe’ onderdelen toegevoegd als het creëren van draagvlak bij de omgeving. Hoe dit echter geborgd moet gaan worden, moet nog worden uitgezocht.

ZLTO heeft als voorwaarde gesteld af te willen van de begrenzing van het bouwblok. Bedrijven die ontwikkelruimte hebben ‘verdiend’, moeten ook groter kunnen groeien dan de huidige norm van 1,5 hectare. Echter diverse andere partijen, zoals de milieuorganisaties, willen hier niets van weten.

Het is de provincie er alles aan gelegen deze conferentie te laten slagen. “We knokken voor de veehouderij die al eeuwen met onze provincie verbonden is. We hopen op een model uit te komen zodat de veehouderij nog 150 tot 200 jaar mee kan”, zegt gedeputeerde Bert Pauli.

 

5 februari: Brabant discussieert over toekomst veehouderij

Dinsdagavond 5 februari heeft de Brabantse gedeputeerde Yves de Boer de aftrap gegeven voor de werkconferentie in Sint-Michielsgestel. Ongeveer 70 genodigden nemen deel aan de conferentie. Vertegenwoordigers van Vion, Agrifirm, FrieslandCampina, Rabobank Nederland, Brabantse Milieufederatie, ZLTO, NVV, BAJK, provinciale politiek, wethouders, GGD, onderwijsinstellingen en burgers nemen deel. Felix Rotenberg is discussieleider.

 

Na het welkomstdiner leidde Yves de Boer het programma in. Hij presenteerde de huidige ‘denklijn’ van de provincie. Hij kondigde aan dat Brabant nieuwe voorwaarden wil formuleren voor de individuele ontwikkeling van veehouderijbedrijven. “Ontwikkelruimte moet een ondernemer verdienen”, aldus De Boer. Deze license to produce komt er voor alle veehouderijbedrijven. Uitgangspunt hiervan is de richtlijn – duurzaamheid, kringlopen sluiten, mens en dier centraal, waardetoevoeging en innovatie – van de Commissie van Doorn. De voorwaarden zullen tijdens de werkconference vorm moeten krijgen en worden gegoten in een zogenaamde maatlat. Deze maatlat wordt gedurende de komende jaren aangescherpt om de uiteindelijke duurzaamheidsdoelen voor de veehouderij zoals door de Commissie van Doorn opgesteld, in 2020 te bereiken. Niet alleen moet de conferentie een raamwerk opleveren voor de maatlat voor individuele bedrijven. Ook wil De Boer met de aanwezigen nieuwe voorwaarden opstellen aan de gebieden waar de veehouderijbedrijven zich kunnen gaan ontwikkelen.

 

De eerste inleiding werd gehouden door ZLTO-voorzitter Hans Huijbers. “Elke vergunning is een kans”, begon Huijbers. Hij wil geen ‘platte’ discussie over dierrechten en omvang van de veestapel. “Dat is ook niet nodig want de voerprijzen en beschikbaarheid van kwalitatief goed voer is eerder een beperkte factor dan de hele Brabantse regelgeving bij elkaar. Ik verwacht om die reden geen explosieve groei van de veehouderij.” Volgens Huijbers zal er een kleine groei plaats vinden in de melkveehouderij tussen 2015 en 2017. Echter per saldo zal veehouderijsector in zijn geheel nog verder krimpen. Hij schat dat er in Brabant nog een ‘paar’ honderd kippenbedrijven over blijven, 800 varkensbedrijven en ongeveer 1.000 melkveehouderijen.

 

Het huidige beleid van de provincie houdt de ontwikkeling van de sector tegen, vindt Huijbers. We gaan terug naar minder dieren. Elk dorp zal nog twee of drie melkveehouders en varkenshouders hebben, een op drie dorpen zal nog een kippenboer gevestigd hebben, schetste hij de toekomst van het Brabantse platteland. Brabant telt 400 dorpskernen. “De verschijningsvorm van de bedrijven zal echter wel anders zijn en vooral groter. De sector is niet bang om in beweging te komen, sterker nog we zijn al in beweging.”

Een overzicht van de prijzen voor vleesvarkens vind je op boerderij.nl/markt.