GD: blauwtongvirus overdraagbaar op ongeboren kalf
Het blauwtongvirus dat momenteel in Nederland rondwaart, is overdraagbaar op het ongeboren kalf. Dat blijkt uit onderzoek van Royal GD.
De gezondheidsdienst Royal GD heeft recent in een milt van een doodgeboren kalf blauwtongvirus BTV 3 aangetoond. Het kalf was met 8 maanden bijna voldragen en vertoonde uitwendig geen afwijkingen. Het moederdier had wel blauwtongverschijnselen en is ook afkomstig van een bedrijf dat besmet is met blauwtong serotype 3.
Overdracht blauwtongvirus via placenta
De overdracht van het virus via de placenta naar een foetus werd al verwacht. Bij de vorige blauwtonguitbraak, tussen 2006 en 2008 met serotype 8, is overdracht van blauwtong van moeder op ongeboren kalf ook aangetoond. Bij die uitbraak bleek dat kalveren van moederdieren die in de eerste fase van de dracht besmet waren met blauwtong hersenafwijkingen konden ontwikkelen. “Of infectie met BTV-3 ook kan leiden tot hersenafwijkingen bij kalveren is niet bekend. Als dit het geval is, zal dit de komende maanden zichtbaar worden”, aldus Royal GD. De overdracht van blauwtong op ongeboren kalveren kan worden gezien als een manier waarop het virus de winter kan overleven.
Effect op dekseizoen
Blauwtong heeft een behoorlijke impact op het dekseizoen in de schapenhouderij. Zowel bij schapen als runderen komen vruchtbaarheidsproblemen voor na infectie met het blauwtongvirus. Het gaat dan om vroeg-embryonale sterfte, abortus en afwijkende vruchten. “Het virus is aangetroffen in sperma van besmette stieren en rammen en kan worden overgedragen op vatbare koeien en ooien, maar dit is geen belangrijk overdrachtsmechanisme”, aldus GD.
Voor het huidige dekseizoen adviseren de dierenartsen van GD om de dieren goed in de gaten te houden om in te kunnen grijpen in geval van ziekte. “Hoe lang je ooien na besmetting kunt laten dekken, is mede afhankelijk van de wijze waarop de ooi door het ziekteproces heen komt. Dieren die te mager of kreupel zijn of stramheid door spiernecrose vertonen, zouden pas bij de ram moeten worden gelaten zodra zij weer in conditie zijn en geen restverschijnselen meer vertonen”, aldus de dierenartsen van GD.
Rammen onderzoeken op antilichamen blauwtongvirus
Rammen die besmet zijn geweest met blauwtong zijn in de regel zes tot acht weken onvruchtbaar, soms nog langer. “Die zouden zodoende dit dekseizoen niet ingezet moeten worden, tenzij uit spermaonderzoek is gebleken dat de kwaliteit van het sperma goed is.” Rammen kunnen worden onderzocht op aanwezigheid van antilichamen tegen blauwtong, zodat een veehouder weet of het dier blauwtong heeft gehad.
De verspreiding van het blauwtongvirus blijkt langzaam tot stilstand te komen. Bij de NVWA zijn inmiddels 4.038 bedrijven besmet verklaard op basis van een PCR-test. 1.473 bedrijven zijn besmet verklaard op basis van klinische verschijnselen.