Fijnstof Emissie Plan prikkelt tot nadenken
Een Fijnstof Emissie Plan (FEP) geeft pluimveehouders inzicht in de uitstoot van fijnstof en helpt bij het kiezen van de juiste reductiemaatregel. Bovendien prikkelt het boeren na te denken over toekomstplannen en investeringsritme. Dat concludeert het Praktijkcentrum Emissiereductie Veehouderij (PEV) na een pilot.
De pilot bij acht pluimveehouders was een uitvloeisel van het sectorplan Aanpak van de pluimveesector voor de reductie van de emissie van fijnstof (PM 10), dat de pluimveesector in 2021 aanbood aan de ministeries van LNV en IenW. Daarin werd voorgesteld bij pluimveehouders in de gebieden met veel fijnstofemissie – de zogenoemde hotspotgebieden – een Fijnstof Emissie Plan op te stellen. Het PEV, onderdeel van het Poultry Expertise Centre, bevestigt nu dat zo’n plan zinvol is. Uit de pilot blijkt bovendien dat het FEP te verbreden is naar andere emissies zoals ammoniak. Het PEV introduceert daarvoor de term Emissie Reductie Plan (ERP).
De deelnemende pluimveehouders waren geselecteerd op diversiteit: twee vleeskuikenbedrijven, drie legbedrijven, één bedrijf met moederdieren en twee opfokbedrijven. Tijdens een individuele afspraak hebben de pluimveehouders het Fijnstof Emissie Plan ingevuld. Daarin hebben ze onder begeleiding per stal de huidige bedrijfssituatie en de effecten van de reductieplannen uiteengezet, evenals toekomstscenario’s. De plannen moesten later worden aangepast, omdat het ministerie aangaf dat de referentie niet de emissie in 2016 moest zijn, zoals in het sectorplan was voorgesteld, maar ‘overige huisvestingssystemen’.
Lees ook: Aanscherping fijnstofregels raakt ook vergunde pluimveestal
Fijnstof Emissie Plan moet haalbaar en betaalbaar zijn
Het PEV stelt dat een deel van de pluimveehouders al investeert in niet-verplichte fijnstofreducerende maatregelen. Dat moet echter wel passen in de investeringscyclus. Ook moeten de maatregelen haalbaar en betaalbaar zijn. Pluimveehouders meldden de al doorgevoerde verbeteringen echter niet aan de overheid, uit angst ammoniakrechten te verliezen. Om die reden stuit ook de verbreding naar een Emissie Reductie Plan op bezwaren. De overheid dient dat knelpunt op te lossen, meent het PEV. Om te voorkomen dat pluimveehouders zich geremd voelen informatie te delen, is het bij de uitrol van het FEP van belang de gesprekken te laten voeren door een onafhankelijke partij.
Volgens het PEV zijn pluimveehouders goed op de hoogte van de technische mogelijkheden voor fijnstof- en ammoniakreductie. Het praktijkcentrum noemt de financiën een groter obstakel dan de kracht van de innovaties. Bovendien leidt onduidelijkheid over de stikstofplannen tot uitstel van renovatie of uitbreiding.
PEV adviseert een investeringsregeling
Het PEV doet de aanbeveling een investeringsregeling in te stellen voor fijnstofreductie. Dat zou veehouders met name stimuleren bij de aanschaf van relatief dure technieken met reducties van 50% of meer. Geavanceerde systemen hebben een hoog energieverbruik. Daarom pleit het praktijkcentrum naast de investeringsregeling voor een jaarlijkse vergoedingsregeling voor energiekosten.