Evaluatie: Brede weersverzekering werkt, maar kan niet zonder subsidie
De Brede weersverzekering draagt voldoende bij om de agrarische sectoren met open teelten robuuster en financieel weerbaarder te maken. Het is een doelmatig instrument als het wordt vergeleken met ad-hoc compensatie van schade. Wel zijn de premies dermate hoog dat veel ondernemers ook met 60% overheidssubsidie besluiten geen verzekering af te sluiten. De vrijstelling van de assurantiebelasting, die in 2020 werd doorgevoerd, heeft bijgedragen aan een stijging van de deelname aan de Brede weersverzekering met 18%.
Dat blijkt uit een evaluatie van de subsidieregeling voor de Brede weersverzekering van Ecorys, in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). De onderzoekers voorzien dat het niet realistisch is om de overheidssteun bij de verzekering af te bouwen. Vanwege de hoge kosten van de verzekering voor boeren en fruittelers. “En zolang een groot deel van de Europese lidstaten ook vergelijkbare subsidies geven voor weersverzekering, conform het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB), is vanuit een gelijk speelveld te beargumenteren dat de subsidie nodig blijft. Ook met het oog op de klimaatverandering en wat maximaal aan risico’s te mitigeren valt”, aldus de onderzoekers.
Voortzetten van subsidie
De onderzoekers adviseren de overheid om de verzekering voort te zetten als onderdeel van het GLB, net zoals veel andere Europese landen doen. Daarbij adviseren ze wel om het subsidiebedrag, dat nu € 17,5 miljoen is, flexibel te maken, zodat boeren en fruittelers kunnen rekenen met een vast subsidiepercentage. Nu varieert dat, afhankelijk van de deelname aan de verzekering. De combinatie van Brede weersverzekering en de Wet Tegemoetkoming Schade bij Rampen is volgens de onderzoekers voldoende om gewasschade te compenseren. Een extra regeling, zoals bij de waterschade in Limburg in 2021, is niet nodig.
Om de schade bij fruittelers te reduceren, adviseert Ecorys om meer hagelnetten in te zetten. Nu wordt dat door veel lokale overheden niet toegestaan, vanwege horizonvervuiling. Ecorys adviseert de overheid daarnaast ook om de vrijstelling van de assurantiebelasting, zo’n €7 miljoen, af te schaffen. De inkomsten van de assurantiebelasting kan het ministerie van Financiën overdragen aan het ministerie van LVVN.
Landbouwminister Wiersma wil inhoudelijk nog niet reageren op de evaluatie. “De komende maanden worden gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de land- en tuinbouwsector over het belang van een (aangepaste) Brede weersverzekering binnen het totale pallet aan instrumenten en maatregelen om de land- en tuinbouwsector klimaatadaptiever te maken”, schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer.
Meer bedrijven verzekerd
Het aantal bedrijven met een Brede weersverzekering is tussen 2015 en 2022 toegenomen naar 2.450 bedrijven, zo’n 15% van het totaal aantal bedrijven met een weersgevoelige hoofdteelt. Van het areaal appel en peer op fruitteeltbedrijven is in 2022 ongeveer 60% verzekerd. Van het areaal zaaiuien is ongeveer 34% verzekerd, van het areaal consumptie- en zetmeelaardappelen is 21% verzekerd.
LTO Nederland onderschrijft de conclusie van de evaluatie dat de Brede weersverzekering effectief is en gecontinueerd moet worden. “LTO vindt het instrument Brede weersverzekering van groot belang als één van de instrumenten om risico’s als gevolg van weersextremen in de akkerbouw en open teelten te beheersen”, zegt Tineke de Vries, voorzitter van de LTO Vakgroep Akkerbouw en Vollegrondsgroenten. “Wel moeten we, samen met de verzekeraars en de overheid, blijven werken aan de betaalbaarheid én aan aantrekkelijke en passende dekkingen bij schade door weersextremen voor de telers.” LTO vindt dat de overheid meer zekerheid moet bieden over subsidiëring van de premie zodat de verzekering betaalbaar is en blijft.