AlgemeenOpinie

De bom barst

Toen ik eind februari mails kreeg van Troostwijk met veilingen in opdracht van Hongaarse leasebedrijven, werd ik dubbel aandachtig.

Het is zo langzamerhand wel duidelijk dat Europa’s grootste crisis zich in Centraal en Oost-Europa voordoet, met als kernland Hongarije. Deze crisis wordt zodanig door de beleidsmakers aangepakt dat ze ongeremd sluipend verder dendert, maar steeds net niet explodeert. De grote dromen die Europa zou laten uitkomen in Centraal en Oost-Europa behoren nu al tot de fantasie van het verleden.

Hongaren als subsidiejunks

De Hongaren zagen Europa graag komen vanwege de vele subsidies, ze zijn eraan verslaafd geraakt. Het was aanvankelijk een gezond plaatje: ook alle landbouwbedrijven mochten ieder jaar hun begroting opmaken en hun investeringsplannen daarbij uitwerken. Voor de meeste investeringen kon vlot met wat eenvoudige bureaucratie 25 procent subsidie worden verkregen.
De banken begrepen toen die begrotingen nog. Ze verleenden kredieten op goede voorwaarden, want ze genoten immers staatsgaranties bij die samenwerkingen met de bedrijven. Het plaatje paste goed in elkaar. De investeringsplannen stonden tegenover reële effectieve balansen, het was klare soep. De subsidieaanvragen en de investeringen vlogen niet de pan uit, maar bleven realistisch. Kortom, ze zorgden op zich voor een gezonde economie.

Bankensector veranderde

Met de komst van Europa kwam een horde West-Europese banken binnen die de Hongaarse banken opkochten of in een hoekje dreven. De banken werden plotseling geleid door CEO’s die niets afwisten van de effectieve situatie. Het waren de rapporten die telden, niet de landelijke ervaring.
Tegelijkertijd werden werden de subsidiepercentages plots opgeschroefd naar 30, 45, 55 en zelfs meer procenten. Op zich fijn, maar het leidde tot onrealistische toestanden. Bedrijven investeerden er ineens op los: vaak werd alles in een keer gedaan, zoals het hele machinepark vernieuwen.
Iedere West-Europese agrarisch ondernemer weet dat dit allemaal mooi is, maar dat zulke grote investeringen onrealistisch zijn. Want ondanks zeer hoge subsidies moet de resterende 45 tot 70 procent zelf opgehoest worden, vaak met leningen met rentes boven de 10 procent.
Om nog maar te zwijgen van die EU-subsidietenders waarbij op de aankoop de toenmalige 20 procent btw niet kon worden teruggetrokken. Met die calculatie financierde Hongarije zijn eigen inbreng voor EU-subsidies. Naief zoals de Hongaarse bedrijfsleiders meestal zijn, vergat men dat de uiteindelijke subsidiepercentages wel eens heel miniem konden zijn. Zo zijn grote gesubsideerde projecten (vooral in de rundveehouderij) halverwege de uitbouw in de rem gegaan. Dat zal uiteindelijk leiden tot meer negativisme dan positivisme want gesubsideerde projecten moeten ook binnen in een bepaalde termijn afgewerkt zijn.
Een voorbeeld van hoe het allemaal ging is dat de CEO in Hongarije van de Belgische KBC-bankdochter K&H Bank mij ooit vertelde dat hij geen weet had van die niet-terugvorderbare btw. Dat zegt al genoeg over de kennis bij de top van de banken die zich als Hongarijes grootste agrobank profileren.

120 procent garantie op krediet

De drie grootste importeurs van landbouwmachines voerden onderling een strijd om de markt van die gesubsidieerde machines. Ze hadden alledrie een dienst die de subsidieaanvragen deed voor de klant. Ze hadden de klant dus volledig in hun macht, want de subsidiebedragen passeerden eerst hun kassa. De boer kreeg zo gemakkelijk waar hij eerst alleen maar van droomde.
Van die drie stak Axial kft (importeur van Claas, Fendt, Manitou, Landini, Gregoire Besson en Horsch) zijn twee concurrenten (Case New Holland en John Deere) de ogen uit met eigen financieringen bovenop de subsidie. Dat ging wel onder een eigen merknaam voor finance, maar het was een publiek geheim dat de Belgische KBC (via dochter K&H Bank en Leasing) de effectieve financier was.
Dit leidt al enkele jaren tot gefronste wenkbrauwen in de importeursbranche, want gesubsidieerde machines kunnen desgewenst enkel en alleen via een lening worden gefinancierd, leasing is niet toegestaan. Bedrijven die qua leasing en financiering geen slaagkansen hadden bij CNH of JD, werden met Axials eigen financiering wél tot aankoop bewogen.
Ook voor de kleine bedrijfjes waar de mechanisatie bestond uit een oude Fortschritt-trekker en combine en ander oud ijzer, kwam van alles binnen bereik. Ze hadden bij ons moeite om €6.000 voor een simpele meststrooier uit eigen kas te betalen. Maar ze kregen grote leningen en kochten er Claas-trekkers en maaidorsers van. Kortom: alles wat op gangbare wijze niet lukte, kon onder de mistige financiering bij Axialfinance wel. Dat dit vroeg of laat falikant zou mislopen is dan ook geen wonder.

Mislukking verzekerd

Alle machines die met subsidie zijn aangeschaft, moeten minstens 5 jaar op het bedrijf blijven. Ze moeten voorzien zijn van een sticker met de EU-vlag en vermelding van subsidieproject en aanvrager. De machines moeten eigendom blijven van de subsidie-aanvrager en kunnen niet verleased worden. Financiering is alleen mogelijk met een lening op basis van een ander onderpand dan de betreffende machine. De machines kunnen op ieder ogenblik worden gecontroleerd en aan het einde van de periode van vijf jaar wordt een effectieve controle uitgevoerd. Houdt de boer zich niet aan deze regels, dan moet hij de subsidie terugbetalen met een boete erbovenop.

Troostwijk doet zijn werk

Vorig jaar was ik door een topman binnen Axial al eens ingelicht dat al die leningen bij die gesubsideerde machines falikant aan het aflopen waren. De man sprak vooral over combines, maar ja, het blijft een boerenprobleem. Tenslotte is de boer de pineut, de importeur heeft verkocht en verdiend aan de machine en ook nog eens aan de financiering.
Toen ik eind februari echter mails kreeg van Troostwijk met veilingen van machines in opdracht van Hongaarse leasebedrijven, werd ik dubbel aandachtig. Wat raad je? Sinds enkele dagen is men ook toe aan landbouwmachines. De lijst leidt niet toevallig tot de opdrachtgever KBC-dochter K& H Leasing.
Wat op de lijst stond, wekte niet echt verbazing. Wat we allemaal al wisten en aan voelden komen, werd werkelijkheid. Alle machines zijn toevalig van importeur Axial, meestal van 2008 en allemaal voorzien van een EU-subsidiesticker. Met het hiervoor geschilderde hoeft dit geen uitleg meer. De misleide boer zal wel de pineut zijn geweest na een subsidiecontrole op zijn erf.
Europa staat stilaan te koop bij Troostwijk. En Troostwijk? Die doet gewoon en terecht zijn werk.

Beheer
WP Admin