Controle op knolcyperus weer van start

Vanaf 1 juni wordt er door de NAK, de Naktuinbouw en de BKD weer actief gecontroleerd op de aanwezigheid van knolcyperus in landbouwgewassen. Knolcyperus is een hardnekkig onkruid dat op steeds meer plekken in Nederland de kop opsteekt en moeilijk te bestrijden is.

Op plekken waar het onkruid staat, geldt een teeltverbod voor alle akkerbouwgewassen. De controle op knolcyperus wordt gedaan in opdracht van de NVWA. Bij aantreffen van het onkruid wordt een teeltverbod opgelegd. Bij overtreding van het teeltverbod kan een dwangsom van €500 per dag worden opgelegd.

Om problemen bij de export van voortkwekingsmateriaal, zoals pootaardappelen of bloembollen, te voorkomen zijn teeltvoorschriften tegen besmetting en verdere verspreiding van het onkruid opgenomen in de regeling Plantgezondheid.

878 hectare besmet met knolcyperus

Percelen kunnen besmet raken via plant- of pootgoed. Bovendien kan het door grond aan landbouwmachines overgebracht worden naar andere percelen. Knolcyperus groeit uit oliehoudende knolletjes die zeker 20 jaar levensvatbaar blijven. Bovendien kan het onkruid zich zeer snel vermeerderen. Eén pit kan in een jaar wel 200 nieuwe plantjes vormen.

In Nederland zijn 510 percelen besmet. Het gaat om een totale oppervlakte van 878 hectare. In Brabant en Limburg zijn het grootste aantal percelen besmet, respectievelijk 334 en 248 hectare. In de Noordoostpolder is 16,5 hectare besmet en in Groningen is maar één besmetting met een oppervlakte van 0,1 hectare.

De inschatting is dat het besmet verklaarde areaal het topje van de ijsberg is.