Campina beantwoordt ‘kaasvraag’ niet

Topman Cees ’t Hart van Campina heeft meegedaan aan de promotie-actie voor Campina-melk. Hij deelde ook pakken melk uit.

Een prima voorbeeld in een uitstekende actie. Overal in de media aandacht. Als dan de eerste man van de coöperatie meedoet, streelt dat het boerenhart. Hij was actief in Friesland. Ook dat is dapper: optreden in het hol van de leeuw.

Want de naam Campina is niet erg geliefd in die provincie. Men koestert daar Friesche Vlag en die is verdwenen uit het pakket van Campina. Ik schreef er eerder over: de voorbode van het schrappen van de naam Friesland uit FrieslandCampina. Dat kan ook best. Het is alleen maar emotie en daar koop je niets voor.

Waar je wel wat voor koopt is de opbrengst van kaas. Onlangs heeft de vorige hoofddirecteur van Friesland Foods, Dahlhaus, gezegd dat FrieslandCampina steken laat vallen bij de winstgevendheid, of anders gezegd, de creatie van meerwaarde. In een interview met directieleden Hilarides en Van Wees van FrieslandCampina zeggen zij dat ze dit binnen het bedrijf ‘de kaasvraag’ noemen. De vraag wordt namelijk vaak op de ledenvergaderingen gesteld.

De heren directeuren vertelden ook dat de directie besloten heeft niet te reageren op de mening van de voormalige Friesland Foods directeur. Punt uit, einde discussie.

Zo sterk als Cees ’t Hart opereert met de pakken melk van Campina, zo zwak reageert hij als voorzitter van de directie op de ‘kaasvraag’. Ook wat neerbuigend. En niet verstandig.

Rond de kaasopbrengst blijft nu de geur van verdoezelen hangen. Waarom niet een helder antwoord op de kritiek van de voormalige Friesland-directeur? Als hij gelijk heeft, geef hem dat. Als hij ongelijk heeft, vertel ons dat. Openheid is de beste basis voor een goede relatie tussen coöperatie en leden.