Bureau Diergeneesmiddelen: sterfte na blauwtongvaccin duidelijk lager
Bij schapen is de sterfte door blauwtong duidelijk lager in gevaccineerde koppels dan in ongevaccineerde koppels. Dat concludeert het Bureau Diergeneesmiddelen uit de meldingen die binnenkwamen. Minister Wiersma wil vooralsnog geen EU-crisisfonds inzetten voor getroffen schapenbedrijven.
Op honderd schapenbedrijven met meldingen over een gebrek aan werkzaamheid van een van de blauwtongvaccins, stierf 16,8% van de zieke schapen. Dat percentage is duidelijk lager dan de 74,8% sterfte onder zieke schapen die Royal GD vorig jaar rapporteerde, zegt het Bureau Diergeneesmiddelen.
Meldingen over problemen vaccins
Het Bureau Diergeneesmiddelen riep boeren en veeartsen dit jaar op zich te melden bij problemen met de werking van blauwtongvaccins. In totaal zijn dit jaar drie vaccins tegen blauwtong serotype 3 versneld goedgekeurd voor gebruik in Nederland. Teleurstelling klinkt vanuit het veld, omdat veel dieren toch (ernstig) ziek zijn geworden door blauwtong, ondanks vaccinatie. Deze zomer bleek ook een hoge sterfte, getuige de drukte bij kadaververwerker Rendac.
Naast de honderd meldingen uit de schapenhouderij kwamen er ook zeventig meldingen uit de rundveehouderij. Het Bureau Diergeneesmiddelen geeft aan geen vergelijking te maken tussen de drie vaccins en splitst de meldingen niet uit. De meeste meldingen gaan logischerwijs over het Syvazul-vaccin, aangezien bijna alle schapen de eerste keer met dit vaccin zijn gevaccineerd. Dit vaccin werd als eerste toegelaten.
Risico/benefit-balans positief
Maandelijks legt het bureau een rapport voor over de meldingen aan de Commissie toelating diergeneesmiddelen. Deze beoordeelt de risico/benefit-balans van alle drie de BTV-3-vaccins nog steeds als positief.
Het Bureau Diergeneesmiddelen, onderdeel van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, beoordeelde de drie blauwtongvaccins voordat deze versneld in Nederland werden toegelaten. De vaccins hebben geen officiële toelating. Zodra één vaccin een officiële toelating krijgt in de EU, mogen de andere vaccins zonder toelating niet meer gebruikt worden.
Onderzoek en vergelijking vaccins
Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) zegt nog geen aanvragen te hebben ontvangen voor de officiële toelating van een BTV-3-vaccin.
In Duitsland voert het Friedrich-Loeffler-Institut, het officiële referentielaboratorium, vergelijkend onderzoek uit naar de drie vaccins. Dit onderzoek loopt nog en resultaten zijn nog niet bekend. In Nederland verzamelt ook de Nederlandse Schapen- en Geitenfokkers Organisatie (NSFO) data over de werking van de vaccins. Directeur Reinard Everts geeft aan dat het verzamelen van voldoende data nog veel werk is.
De moeilijkheid zit in het vergelijken van diverse data. Er zijn bijvoorbeeld verschillende vaccins gebruikt en dieren werden op uiteenlopende momenten gevaccineerd. Ook andere factoren, zoals het ontwormingsschema van de dieren, kunnen invloed hebben op de heftigheid van de ziekteverschijnselen.
Medeauteur: Mariska Vermaas