Brabantse intrekking latente stikstofruimte raakt 400 veebedrijven
Provincie Noord-Brabant haalt de latente stikstofruimte bij veebedrijven weg. In andere provincies speelt dit volgens het Interprovinciaal Overleg (IPO), de belangenbehartiger van alle twaalf provincies, nog niet.
De Brabantse intrekking van latente stikstofruimte raakt naar schatting zo’n 300 tot 400 veehouderijen in die provincie. Ook de ‘ruimte’ van 200 à 300 boeren met een ‘slapende vergunning’ wordt afgepakt. Dit zijn bedrijven die niet langer actief zijn of andere activiteiten ontplooien. Dit laat een woordvoerder van de provincie Noord-Brabant weten. Die intrekking geldt alleen voor nog te bouwen stallen, niet voor stallen die nog niet volstaan. Met de maatregel wil de provincie de vergunningverlening weer vlot trekken. Wat dit mogelijk betekent voor Brabantse PAS-melders, is nog niet te zeggen.
De Brabantse intrekking van latente stikstofruimte kwam vorig week niet als donderslag bij heldere hemel. Het voornemen hiertoe was april dit jaar al bekend en stond al in het bestuursakkoord van de provincie. De intrekking van de stikstofruimte geldt voor industrie en veehouderij. De veehouderijsectoren zijn in Noord-Brabant samen verantwoordelijk voor 75% van de stikstofuitstoot in de provincie, laat de woordvoerder weten.
35% meer koeien en kippen vergund
De provincie Noord-Brabant kan niet precies zeggen hoeveel stikstofruimte gewonnen kan worden door latente stikstofruimte in te trekken. Cijfers over de verschillende Brabantse veehouderijsectoren geven wel een redelijk beeld, al zijn die van 2020. Duidelijk wordt dat de meeste winst in de Brabantse melkvee-, vleesvee- en pluimveesector behaald kan worden. In de melkveehouderij zijn ongeveer 500.000 melkkoeien, terwijl bijna 800.000 vergund zijn. De reden is dat deze bedrijven geen milieuvergunning hoefden te hebben en alleen een melding moesten doen. Daardoor hebben volgens de provincie veel bedrijven meer dieren gemeld dan ze daadwerkelijk hielden.
Voor vleesvee was dat verschil nog iets groter; 250.000 dieren werden gehouden tegen 400.000 dieren vergund. In de pluimveehouderij was een vergelijkbaar verschil tussen de praktijk en het aantal vergunde dieren; 37 miljoen om 25 miljoen. Alleen in de varkenshouderij was de latente ruimte een stuk kleiner; 6,7 miljoen varkens (vergund) en 5,9 miljoen in de praktijk. In deze sector was de latente ruimte iets meer dan 10%.
Geen plannen bij andere provincies
Het intrekken van latente stikstofruimte lijkt vooralsnog alleen op Noord-Brabant van toepassing te zijn. Een woordvoerder van het Interprovinciaal Overleg zegt dat er geen signalen zijn dat andere provincies hier ook mee bezig zijn. De situatie in Noord-Brabant is volgens een IPO-woordvoerder ook lastig vergelijkbaar met andere provincies. Vooral door de omvang van de niet-grondgebonden veehouderij.
Een woordvoerder van provincie Utrecht, naast Noord-Brabant de enige provincie zonder BBB in het college, laat weten dat de provincie Utrecht geen plannen heeft om latente stikstofruimte in te trekken. “We hebben nu ook nog geen volledig overzicht van de latente ruimte binnen bestaande vergunningen. Wel werken we aan een registratiesysteem. De verwachting is dat we volgend jaar een compleet beeld van de latente ruimte in onze provincie hebben.”