‘Aanbod Beter Leven-vlees moet worden gereguleerd’

Het Beter Leven-concept loopt het risico aan het eigen succes ten onder te gaan. Ingrijpen is nodig.

Het Beter Leven-keurmerk is populair. Nagenoeg alle Nederlandse supermarkten verkopen het vlees, ook in de vorm van vleeswaren. Dat is een positieve ontwikkeling. Het concept, dat samen met varkenshouders, slachterijen en dierenbescherming in de markt is gezet, slaat aan. Zelfs het Duitse Tönnies verwerkt de Beter Leven-varkens, zonder dat deze voor een meerprijs in eigen land te verkopen zijn. Dat geeft wel aan dat het concept zijn bestaansrecht heeft bewezen.

Markt loopt vol

Keerzijde van het succes is echter dat de markt momenteel volloopt. Tönnies schroeft de aanvoer terug. Nederlandse slachterijen zijn ook terughoudend met het aannemen van extra varkens binnen dit concept. Dat zorgt voor prijsdruk. Dat wordt op de eerste plaats gevoeld door varkenshouders die produceerden voor Tönnies. Zij investeerden in extra ruimte voor de dieren en afleidingsmateriaal, maar kunnen niet voor een meerprijs verkopen. Maar de volle markt werkt natuurlijk ook niet positief voor de toeslag op alle andere Beter Leven-varkens waar wel ruimte voor is.

‘Regie is van levensbelang’

Dit laat maar weer eens zien dat het reguleren van het aanbod van levensbelang is voor het voortbestaan van een concept. Bij concepten zoals biologisch, KDV, wroetvarken of Livar, wordt dan ook nadrukkelijk regie gevoerd wat betreft het aanbod. Op dat punt gaat het juist mis bij Beter Leven. De dierenbescherming is eigenaar van de merknaam en stelt voorwaarden op, maar bemoeit zich niet met het aanbod. Gelet op de huidige ontwikkelingen, is het hoog tijd dat er meer regie komt wat betreft het aanbod.

Voorzitter van de leveranciersvereniging Star Farmer, Jaap Kreuger, pleit voor een andere prijsvorming. In zijn optiek zou de prijs minder met de pieken en dalen van de reguliere markt mee moeten gaan. Dat geeft rust en structuur. Hoe daar vorm aan te geven, is onderwerp van gesprek. Daarbij dient ook te worden besproken of het wel zo verstandig is om elke varkenshouder – die dat wil – de Beter Leven-ster toe te kennen.