Foto: Misset BoerenlevenAchtergrond

1956: een ploegpaard moest flink spieren hebben

Aan een licht sportpaard had men niets voor het zware boerenwerk. Spierbundels moesten erop zitten, en tussen de oren de wil om te werken.

Menig boer op leeftijd zal warme gevoelens hebben bij deze foto uit 1956.

Hoewel het de paarden waren die het zware trekwerk deden, moest ook degene die de hand aan de ploeg had, een behoorlijke conditie hebben. De hele dag half in een voor lopen en daarbij de ploeg rechthouden, vergde behoorlijk wat van lijf en leden. - Foto: Misset

Hoewel het de paarden waren die het zware trekwerk deden, moest ook degene die de hand aan de ploeg had, een behoorlijke conditie hebben. De hele dag half in een voor lopen en daarbij de ploeg rechthouden, vergde behoorlijk wat van lijf en leden. – Foto: Misset

Ploegen met het paard, er waren er maar weinig die daar een hekel aan hadden. Rustig en gestaag werd de grond omgekeerd, een fraai stukje samenwerking tussen man en paarden. De twee lange leidsels die door de ogen van de ploeg gaan, stuurden meerdere paarden tegelijk aan. Zij waren onderling verbonden en als één paard bijvoorbeeld linksaf ging, trok het de anderen min of meer mee.

Eigen commando‘s

Vaak waren de leidsels trouwens amper nodig, de dieren reageerden op de stem en commando’s. In het oosten was het vaak ‘haa’ of ‘hot’, in Zeeland was het ‘uutsom’ of ‘eerom’, en zo had elke streek zijn eigen aanduidingen. Vaak gingen aanwijzingen binnen boerenfamilies ook over van de ene op de andere generatie.

Paarden met een ‘zeker volume’

Hoe groter het bedrijf en zwaarder de grond, hoe meer paarden de ploeg moesten trekken. Op de lichte zandgronden was één paard soms genoeg, op de zware klei liepen er wel vier voor. Het waren de stevige types met een ‘zeker volume’ zoals dat heette. Aan een licht sportpaard had men in dit geval niet zoveel: spieren moesten erop zitten, een stevige rug en een behoorlijke ‘kont.’ En, ook niet onbelangrijk: karakter. Paarden voor de ploeg waren meestal rustig van aard en ze hadden een zekere bereidheid om te werken.

Als man en paard goed samenwerkten, dan kon er per dag zo’n 8.500 vierkante meter grond geploegd worden. Maar dan moest wel alles meezitten.

Dit artikel is te lezen in Boerderij 10 van dinsdag 3 december en is onderdeel van de rubriek Zo ging het toen.

In de rubriek Zo ging het toen gaan we terug in de tijd. Boerderij bestaat al meer dan 100 jaar en aan de hand van foto's uit het archief kijken we naar de agrarische sector in de vorige eeuw. Benieuwd naar meer historie? Check het dossier Zo ging het toen.

Beheer
WP Admin