Windmolens goed voor landbouwgewassen

Windturbines blijken meer te doen dan enkel elektriciteit produceren. Voorlopige onderzoekresultaten wijzen erop dat ze gewassen helpen af te koelen en groeien, en beschermen tegen schimmels.

Onderzoekers van de American Geophysical Union, de Universiteit van Colorado en het Amerikaanse ministerie van Energie onderzochten met speciale laserapparatuur de turbulentie die de turbines tot honderden meters verder veroorzaken op de hoogte van landbouwgewassen.

“We hebben de eerste fase van ons onderzoek afgerond en we concluderen dat de turbines meetbare effecten hebben op het microklimaat in de buurt van gewassen,” zegt onderzoeker Gene Takle, hoogleraar landbouwmeteorologie.

Of die toegenomen turbulentie de planten ten goede komt, is nog niet helemaal zeker, maar de eerste resultaten van het onderzoek wijzen in die richting. “De turbulentie van windturbines kan de natuurlijke uitwisselingsprocessen tussen gewassen en de lagere atmosfeer versnellen”, zegt Takle.

Zo geven gewassen in volle zon warmte af aan de atmosfeer. De toegenomen turbulentie kan dat proces versnellen, zodat gewassen het koeler kunnen houden op hete dagen. Op koude nachten kan het dan weer voor wat warmte zorgen, waardoor de vroege vorst in de herfst verminderd kan worden en het groeiseizoen dus langer kan worden.

Waarschijnlijk hebben de windmolens ook effect op de vochtigheidsgraad. De extra turbulentie kan de dauw op de planten sneller doen drogen en zo de kans op schimmels verminderen.

Tot slot zorgt de betere interactie met de atmosfeer ervoor dat de gewassen sneller CO2 kunnen opnemen, een noodzakelijke brandstof voor fotosynthese.