Veepro vreest oneerlijke concurrentie

Zoetermeer – Nederland moet op basis van aanvullende afspraken met derde landen weer fokvaarzen gaan exporteren. Dat zegt Veeprodirecteur Reinoud van Gent.

De export van fokvee naar veel derde landen ligt momenteel stil vanwege het Schmallenbergvirus.

Een aantal derde landen is bereid onder extra voorwaarden toch fokvee uit door Schmallenberg getroffen landen te importeren. Europa wil echter niet dat landen op individuele basis afspraken met  derde landen gaan maken. Voor alle getroffen landen moeten dezelfde afspraken gelden. Het Nederlandse ministerie houdt zich tot nu toe aan deze aanbeveling.

Van Gent laat weten de opstelling van Brussel te begrijpen, maar dat dit alleen werkt als het kordon gesloten blijft. Zodra er toch landen zijn die op individuele basis afspraken gaan maken is het hek van de dam. “We hebben sterk de indruk dat dit gebeurt.”

Frankrijk zou op basis van extra gemaakte afspraken nog steeds fokvaarzen exporteren naar Marokko. Marokko is een belangrijke exportmarkt voor Nederland en de Fransen waren voorheen meer gericht op Algerije. Nederlandse exporteurs vrezen voor hun marktpositie. Ook vanuit Duitsland komen signalen dat er nog steeds fokvaarzen naar derde landen worden geëxporteerd. Niet alle Duitse deelstaten zouden zich aan de aanbevelingen uit Brussel houden.

Volgens Veepro is er sprake van oneerlijke concurrentie. Daarom wil de organisatie dat ook Nederlandse exporteurs op basis van reële eisen, voor een vooraf bepaalde periode, weer dieren naar derde landen kunnen exporteren.

Tot nu toe hebben 25 derde landen importbeperking ingesteld vanwege het Schmallenbergvirus. Daardoor is de export van fokvee behoorlijk afgenomen. Van Gent schat de omzetschade van Veepro-leden tot nu toe tussen de 16 en 20 miljoen euro.