Varkenshouder en piekbelaster André van Setten levert een koppel biggen af. Hij legt deze niet meer zelf op. Hij verwacht eind juli leeg te staan.Varkens •
Achtergrond
De tussenbalans van de beëindigingsregelingen Lbv en Lbv-plus kan worden opgemaakt. Voor piekbelasters is recent de regeling verlengd tot eind december. Ook nieuw is dat er voor elke geïnteresseerde deelnemer aan beide regelingen genoeg geld is. Brussel keurt budgetverhoging goed. Vast lijkt te staan dat de varkenshouderij opnieuw fors zal krimpen.
De varkenshouderij staat een forse krimp te wachten. Vrijdag 5 april lagen bij RVO 551 aanvragen van varkensbedrijven voor deelname aan de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv): 239 Lbv-aanvragen, 194 Lbv-plus-aanvragen en 118 Lbv of Lbv-plus. Drie dagen later maakte het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bekend dat het budget wordt verhoogd met € 1,45 miljard. Bovendien is inschrijven voor de Lbv-plus-regeling mogelijk tot en met 20 december dit jaar. Dit is voor piekbelasters. Het loket zou 5 april sluiten.
Verhoging van het budget doet veel. De verwachting is dat er nu genoeg geld is om elk bedrijf uit te kopen dat is aangemeld voor de Lbv- of Lbv-plus-regeling. Aanvankelijk zou voor maximaal zestig varkensbedrijven geld zijn voor de Lbv-regeling. Verlenging van de inschrijftermijn voor de Lbv-plus zal minder van invloed zijn op het aantal stoppers, verwacht onder meer Marco Hol, varkenshouderijadviseur van DLV Advies. Hol vermoedt dat nog een handjevol varkenshouders een aanvraag doet. Die zijn daar soms om persoonlijke reden niet aan toegekomen. Of eind 2024 zijn hun stallen wel vijf jaar oud; voor nieuwere stallen wordt geen subsidie verstrekt.
De verwachting van Hol is dat 90% van de varkenshouders met een geaccordeerde aanvraag meedoet aan beëindigingsregeling Lbv of Lbv-plus. Dat percentage noemt ook Erik van der Hijden, directeur van FarmAdvies in Deurne. Hij houdt iets meer marge. Tussen 80% en 90%, schat Van der Hijden. Met 85% deelname neemt het aantal varkensbedrijven met 470 af. Afgerond 450; de Lbv-aanvragen zijn nog niet beoordeeld. Mogelijk voldoet zo’n 5% niet aan de criteria. Het ministerie wil de Lbv-aanvragers uiterlijk 1 juni dit jaar uitsluitsel geven. Stel dat nog 25 piekbelasters de tweede helft van dit jaar alsnog een Lbv plus-aanvraag doen, dan sluiten opgeteld binnen twee jaar 475 varkensbedrijven hun deuren in het kader van beide regelingen.
Aanbod slaat aan
Dat het percentage varkenshouders dat het Lbv-aanbod accepteert naar verwachting zo hoog is, heeft diverse redenen. Ten eerste de vergoeding. Binnen de Lbv-regeling beurt een deelnemer 100% van de gecorrigeerde vervangingswaarde van de stallen. Bij Lbv-plus is dat 120%. Tevens wordt bij Lbv-plus €45 per vierkante meter sloopvergoeding betaald. Voor beide regelingen beurt een veehouder de marktwaarde van zijn productierechten. Deze regeling is financieel veel beter dan de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) uit 2019. Daar deden 278 bedrijven aan mee en zijn 502 aanvragen voor gedaan. Voor de Srv bedroeg de vergoeding 65% van de gecorrigeerde vervangingswaarde van de gebouwen, de helft van Lbv-plus.
Ten tweede is de opbrengstprijs van varkens dit en afgelopen jaar goed. De rekening courant van varkenshouders loopt flink op. De mogelijkheid om schuldenvrij en misschien met een mooi startkapitaal iets nieuws te beginnen, is groter dan ooit. Een betere subsidieregeling voor stoppers zal niet snel komen, is de verwachting veelal. ‘Je bent gek als je dit aanbod niet tekent’, kreeg varkenshouder Van Setten, die in dit artikel aan het woord komt, te horen.
Een ander motief om te stoppen is dat de betreffende varkenshouders in hun maag zitten met het feit dat hun bedrijf het label piekbelaster heeft. Dat maakt toekomstige bedrijfsontwikkelingen en financiering lastiger of zelfs onmogelijk, is de vrees. En investeringen zitten eraan te komen. Brabantse veehouders moeten vanaf 1 juli dit jaar voldoen aan strengere emissienormen voor ammoniak. Varkenshouders die produceren voor het één ster Beter Leven-keurmerk van de Dierenbescherming krijgen vanaf 1 januari 2025 te maken met aanvullende criteria. Voor veel varkenshouders betekent dit ook een flinke investering en komt stoppen eerder in beeld.
Verwachte productiedaling
Zowel Hol van DLV Advies als Van der Hijden van FarmAdvies verwachten dat door de twee Lbv-regelingen de zeugenhouderij sterker in omvang krimpt dan de vleesvarkenshouderij. Biggen worden dus schaarser, bij een gelijkblijvende buitenlandse vraag.
Aan de Saneringsregeling uit 2019 deden 278 bedrijven mee. Met de Srv zijn 580.447 varkensrechten aangekocht door de overheid. De varkensproductie daalde toen 7%, volgens cijfers van het ministerie. Het aantal varkensbedrijven dat door de huidige beëindigingsregelingen de deuren sluit, zal rond 475 uitkomen. Dat is 71% meer dan 278 bedrijven. Het ligt daarom voor de hand dat productie als gevolg van de beide Lbv-regelingen ruim 10% krimpt, ten opzichte van 2023. Volgens CBS-cijfers telde Nederland in 2023 775.000 zeugen, exclusief opfokzeugen. In 2019 bedroeg dit aantal 892.00 zeugen. Dit is een afname van 13% in vier jaar tijd. Het blijft een doorrekening. Niettemin is het goed denkbaar dat de CBS-cijfers van 1 december 2025 melding doen van 700.000 zeugen, of zelfs minder.
Je leest nu een gratis premium artikel, wil je meer van dit soort content lezen? Abonneer je dan op www.webwinkel.boerderij.nl/.