Tweede Kamer: kalverhouderij moet krimpen en einde grootschalige veehouderij
De Tweede Kamer wil forse veranderingen in de veehouderij. Bij de nieuwe samenstelling van de Tweede Kamer staat dierenwelzijn hoog in het vaandel. Dit blijkt uit de stemmingen over de moties die zijn ingediend bij de landbouwbegroting.
Een meerderheid van de nieuwe Tweede Kamer stemde voor een motie van D66’er Tjeerd de Groot. Hij vraagt daarin om ‘de dieronvriendelijke bio-industrie op zo kort mogelijke termijn uit te faseren’ en over te stappen op een dierwaardige veehouderij met het familiebedrijf als basis. Volgens De Groot is er geen toekomst meer in Nederland voor wat hij de bio-industrie noemt: grootschalige, intensieve veehouderij gericht op zo hoog mogelijke productie.
‘Wet moet diervriendelijker worden’
“We moeten juist inzetten op die boeren die wél goed met hun dieren kunnen omgaan en we moeten dat ook mogelijk maken”, aldus De Groot. “Boeren doen niks verkeerd”, benadrukt De Groot. “Zij houden zich aan de wet. Wat wij hier te doen hebben, is zorgen dat de wet diervriendelijker wordt.”
Hoe snel die uitfasering precies moet gebeuren, kan De Groot niet zeggen. “Je kunt de bio-industrie morgen verbieden, of je kunt ervoor zorgen dat elke nieuwe stal netjes is voor dieren. De verschillende opties moet de minister in kaart brengen”, aldus De Groot tegen ANP.
Soortgelijke oproepen van Dion Graus (PVV) in 2015 en van Frank Wassenberg (Partij voor de Dieren) in 2016 kregen toen bij lange na geen meerderheid. De PVV stemde voor de motie, in tegenstelling tot VVD, NSC en BBB.
Omvang kalversector aanpassen aan die van melkveehouderij
Ook stemde een ruime Kamermeerderheid voor een gezamenlijke motie van D66 en ChristenUnie over het fors inkrimpen van de kalversector. SP, GroenLinks-PvdA, PvdD, Denk, Volt, D66, ChristenUnie, NSC, VVD en PVV willen de kalverhouderij verkleinen, zodat de omvang van de sector aansluit bij die van de Nederlandse melkveehouderij. De partijen vinden dat de problemen rond dierenwelzijn en milieu niet opwegen tegen de beperkte baten voor Nederland of de financiële voordelen van een handvol bedrijven. Daarom vragen ze het kabinet bij de omvang van de kalverhouderijsector te koersen richting de omvang en regels van de Nederlandse melkveehouderij, rekening houdend met grenseffecten.
Nederland importeert jaarlijks zo’n 800.000 kalveren om ze hier af te mesten. In totaal worden er zo’n 1,8 miljoen kalveren gehouden. Het kalfsvlees wordt voornamelijk geëxporteerd.
Tijdens het debat over de begroting ontraadde Adema de motie. De minister wijst erop dat hij de import van kalveren niet kan verbieden, omdat Nederland zich aan de vrijhandelsafspraken van de Europese Unie moet houden. Hij probeert wel de maximale transportduur voor kalveren tot 8 uur te beperken. Maar ook daarvoor is nog geen meerderheid in Europa.
Is het nu ook wachten op een motie dat ASML zich ook mag aanpassen aan de omvang van de Nederlandse markt?
dan moeten we uit de EU om dat te verwezenlijken en geen import buiten Nederland van vlees en voor milieu moeten we de haven en schiphol ook minimaal halveren want dat is ook alleen maar voor doorvoer en niet belangrijk blijkbaarmaken van nederland maar een eiland
De minister wijst erop dat hij de import van kalveren niet kan verbieden, omdat Nederland zich aan de vrijhandelsafspraken van de Europese Unie moet houde
sp groenlinks-pvda, pvdd , denk volt,d66, cristenunie, nsc, vvd en pvv willen de kalversector verkleinen… nederland importeert jaarlijks 800.000 kalveren en ze daarna weer te exporteren na afmesten …..koop je die bedrijven toch gewoon op.. er zijn genoeg andere bedrijven in nederland, die goederen importeren / bewerken en weer exporteren…. denk maar aan de rotterdamse haven.. steenfabrieken die met goedkoper gas, 90 %van de stenen exporteren… enz…. ( wat allemaal extra stikstof en co2 uitstoot oplevert “schadelijk” voor het milieu) dit noemen ze meten met 2 maten meten, stopt die ziekmakende praktijken nu eens nooit????? als je de boeren niet zo op de kast jaagt, jaag je ze wel de straat op…
Zeg het al jaren. Iedereen mag de meest gore troep importeren, er een (half)product van maken en dat weer de wereld over sturen. Het restproduct, afval verdwijnt of in het oppervlakte water of in de lucht en het restand gaat ergens in de kachel op naar de stort.
Wordt allemaal getoloreerd behalve in de landbouw.
Wat verstaat de politiek onder “familie bedrijf”? hoe meten ze dierwelzijn? Gaat dat via een vragenlijst die de dieren invullen of bepaald de Vegetariër wat deren welzijn is? Ik vrees de laatste en dan zijn de boeren over geleverd aan de “goden”. Als ik het artikel van de Veldpost redactie lees m.b.t. de ecologische waarden en biodiversiteit in bepaalde natuurgebieden, waarbij de overheid bepaald aan de hand van een bezoek aan het kantoor van de natuurbeschermingsorganisatie doch zonder veldonderzoek “hoe goed of slecht, doorgaans slecht, het gesteld is met de staat van de natuur in betreffend gebied, rijzen mij de haren te berge. Deze mensen bepalen aan de hand van een gesprekje bij de koffie of de boeren wel of geen mest mogen uitrijden of erger mogen ze nog wel dieren houden of wordt het bedrijf gesloten. Dit laatste is voor de politiek goed, krijgen ze weer handwerkers, die ze anders niet kunnen vinden.