Trots op Landbouw-Nederland

Tot 2015 moet het wereldlandbouwareaal met 60 keer Nederland groeien, of de productie per hectare moet met 30 procent omhoog. Hoezo geen toekomst voor de BV Landbouw-Nederland?

Afgelopen woensdag bezocht ik de presentatie van de jaarcijfers van Agrifac. Dat was een nuttige en leuke bijeenkomst. Peter Millenaar en Ton Verhoeven, de nieuwe eigenaren, hebben de boel stevig afgestoft. Het bedrijf zit nu vol ambitie en toont dat ook. Een goed voorbeeld voor de hele bv Nederlandse Landbouw.

Productiestijging van 30 procent

De presentatie begon met de vraag hoeveel hectare extra landbouwgrond nodig is om de wereldbevolking te voeden in 2015. De tweede vraag was hoeveel hectare landbouw grond heeft Nederland en de derde vraag hoeveel hectare kun je met één Agrifac-suikerbietenrooier rooien. Volgens berekeningen van de FAO is 120 miljoen hectare extra areaal nodig in 2015 of, bij gelijkblijvend areaal, een productiestijging van 30 procent. In Nederland hebben we 2 miljoen hectare landbouwgrond, en met één rooier van het type Quatro rooi je 800 hectare. Hiermee gaven de heren van Agrifac duidelijk aan dat ze geloven in de landbouw, dat er nog veel moet gebeuren én dat er nog veel rooiers verkocht kunnen worden.

Na snelste groeier de Nobelprijs

Nog even terug naar het eerste getal: 120 miljoen extra landbouw grond (ja, u leest het goed: dat is 60 keer het Nederlandse areaal!). Ton Verhoeven maakte daar een grapje over. Bij Matrix hadden ze al eens de prijs gewonnen als het snelstgroeiende bedrijf van Overijssel, en nu met Agrifac gaan ze voor de Nobelprijs voor de grote bijdrage aan het wereldvoedselvraagstuk. Natuurlijk was dit een grapje, maar de toon is perfect. Nederland kan en moet bijdragen aan het voeden van de wereld en daar moeten we niet bescheiden over zijn!

Reorganisatie

Verder gaf Peter Millenaar een mooie uitleg over hoe ze het bedrijf hadden gereorganiseerd. Met de nieuwe, flexibele structuur waarbij R&D en het zelf assembleren van eigen ontworpen producten centraal staan. Ze lassen dus niet meer zelf, maar bouwen wel de machines onder een strikte kwaliteitscontrole. En dan niet honderd verschillende types, maar drie topproducten. Dat verkleint de kans op fouten aanzienlijk. Daarmee is productie in Nederland nog steeds prima mogelijk. Iedereen praat wel over een diensteneconomie, maar onderschat ook de goede productiebedrijven niet!

Trots op BV Landbouw-Nederland

De bijeenkomst werd afgesloten met een asperge-lunch. Weer een stukje gevoel voor een top Nederlands product. Na afloop kregen we ook nog een kratje met asperges, eieren en ham mee naar huis. Daar zat een kaartje bij met Nederland Natuurlijk erop. Ja, weer die trots op Nederland, zo mag ik dat graag zien! Dit zou de hele BV Landbouw moeten uitstralen: vertrouwen, trots en duidelijk maken dat we als BV Landbouw-Nederland belangrijk zijn in de wereld.

Foto’s: Agrifac