Trekkerbouwers breiden assortiment uit MechanisatieAchtergrond

Trekkerbouwers breiden assortiment uit

Onlangs werd bekend dat trekkerconcern CNH Industrial het Deense Kongskilde overneemt. De overname past in een trend waarbij de grote trekkerbouwers proberen een volledig pakket machines en werktuigen aan te bieden.

CNH Industrial neemt het Deense Kongskilde Agriculture over van DLG, en brengt diens activiteiten onder bij dochter New Holland. Met de overname voegt het Italiaanse bedrijf grondbewerkings- en zaaimachines aan zijn productportefeuille toe, en wordt het aanbod in hooibouw en silage uitgebreid. Heel verrassend is de deal niet. Kongskilde stond sinds maart 2015 in de etalage, en CNH Industrial aast al langer op een sterkere voetafdruk in grondbewerking.

De overname past ook in een langjarige trend. Eerst vond in de markt voor trekkers en oogstmachines een overnamegolf plaats, waardoor maar een handjevol grote spelers is overgebleven. Nu breiden deze bedrijven hun aanbod uit met werktuigen. CNH Industrial liep in dat opzicht wat achter bij die andere top drie-spelers, John Deere en Agco, dat als eigenaar van Fendt, Massey Ferguson, Valtra en Challenger een compleet aanbod neerzet.

Overnames van Kubota

In 2011 verbaasde de Japanse trekkerfabrikant Kubota de markt door het Noorse Kverneland over te nemen. Kverneland is wereldwijd vooral bekend als maker van ploegen en is ook in Nederland actief. Het bedrijf bouwt in Nieuw-Vennep spuiten en kunstmestrooiers, maakt elektronica in Nederland en is eigenaar van Vicon, dat onder meer balenpersen en schudders maakt.

Dit jaar kocht Kubota het Amerikaanse Great Plains, dat onder andere zaaimachines maakt. Met de overnames koopt het bedrijf uit Osaka een dominante positie bij de dealers van deze merken in Europa en de VS. Ook krijgt het bedrijf veel meer kennis over het hele landbouwproces en dan specifiek in Amerika en Europa, die toch verschilt van de Aziatische positie. Een ander voorbeeld is de Italiaans-Duitse combinatie Same Deutz Fahr, dat dan weer niet kiest voor overnames, maar momenteel onder meer maaiers, balenpersen en harken zelf in ontwikkeling heeft.

Einddoel grootste concern: ‘full liner’ worden

Meestal zijn het de grote trekkerconcerns die met hun miljardenomzet uitbreiden naar de werktuigen. Claas maakte een andere beweging. Het Duitse familiebedrijf verkocht combines, persen, maaiers en harken tot het in 2003 een meerderheid belang nam in de Franse trekkerbouwer Renault. Het bedrijf versterkte zo zijn positie in een wereld waarin dealers zich profileren met trekkermerken. Eerder kocht Agco het Duitse Fendt voor zijn neus weg.

Het einddoel van de grootste concerns is een ‘full liner’ te worden. Opdat de boer alle mechanisatiewaar uit één hand koopt, de vreemde kleuren in de showroom van de dealer verdwijnen, producten beter op elkaar aansluiten en het concern meer data over de boer kan verzamelen. Data die in een datamanagementsysteem weer meerwaarde moeten bieden aan de boer. Doel is de band tussen concern en boer zoveel mogelijk te bestendigen.

Systemen naadloos op elkaar aansluiten

Daar komt bij dat het datasysteem ISOBUS, dat de communicatie tussen trekker en gekoppelde machines voor de hele branche moet standaardiseren, niet altijd perfect werkt. Door zelf eigenaar te worden van fabrikanten van werktuigen, kunnen systemen naadloos op elkaar worden aangesloten. Als dat inderdaad zo uitpakt, is dat voor de boer heel gunstig.

De vraag is of de trend doorzet. Wereldwijd zijn er nog veel kleinere en middelgrote fabrikanten van werktuigen, ook omdat de wereld zoveel bodems en klimaten kent. Maar de grotere spelers zijn hierin niet geïnteresseerd. Ze willen producten die kwalitatief goed zijn en worden verkocht via een uitgebreid en professioneel verkoopnetwerk. Daarbij valt in de EU te denken aan bedrijven als Amazone, Kuhn, Pöttinger, Krone, Horsch, Weidemann en Lemken.

Niet alle bedrijven zijn te koop

Ze zijn vermoedelijk niet allemaal te koop. Amazone, Lemken, Krone en Horsch worden gecontroleerd door families die direct betrokken zijn bij de leiding van het bedrijf. Het Franse Kuhn en Duitse Weidemann zijn onderdeel van beursgenoteerde bedrijven. Kuhn biedt van de nog ‘vrije’ machinebouwers het meest complete assortiment aan. Een prachtige prooi dus, maar het brede assortiment garandeert overlap met wat de grote jongens al in huis hebben. En met een jaaromzet van €1 miljard is het niet de goedkoopste optie.

Beheer
WP Admin