‘Te veel mest, te weinig melk’
De melkplas wordt kleiner terwijl de melkprijs stijgt. Dat is goed nieuws voor melkveehouders. Er wordt aan de melk getrokken, klinkt het. Koeienboeren kunnen afstappen van het idee dat ze blij moeten zijn dat iemand hun melk af wil nemen. Markten zijn grillig, maar voorlopig kunnen ze genieten van een positie waar varkenshouders, pluimveehouders en ook akkerbouwers al wat langer in zitten: hun product is schaars en zeer gewild.
Er zijn allerlei signalen die hierop wijzen. FrieslandCampina is na een periode van (verplicht) leden afstoten nu weer aan het werven, en niet als enige. Er is zelfs ruimte voor spijtoptanten: leden die eerder gebruikmaakten van de vertrekregeling. Intussen moet het bedrijf melk importeren om voldoende grondstof te hebben. Grappig genoeg willen de topmannen Van Karnebeek en Attema, het woord ‘import’ liever niet gebruiken voor melk die uit België en Duitsland komt. Dat voelt niet goed. Nee, dat is gewoon onze thuismarkt, zeggen ze.
Zuivelverwerkers kunnen niet afzijdig blijven
Vion kijkt daar anders tegenaan, want dat bedrijf trekt zich juist terug uit Duitsland en ziet de Benelux als thuismarkt. Het is dus maar hoe je het bekijkt, woorden zijn gewillig. Zoals de wind waait, waaien de vestjes van de CEO’s. Franse veehouders schrokken zich rot toen zuivelreus Lactalis plotseling bekendmaakte maar liefst 450 miljoen kilo melk per jaar minder te willen afnemen. Ook dit heeft te maken met een opvatting over wat precies de thuismarkt is. De Fransen willen zich minder richten op goedkope export en meer op de Franse markt voor duurdere producten. Dat betekent: minder volume, meer toegevoegde waarde. Daarin zit dan wel weer een overeenkomst met FrieslandCampina, dat grote mogelijkheden ziet in speciaalproducten uit onder meer wei.
Wie het weet mag het zeggen
Om die reden ziet Nederlands grootste zuivelbedrijf nog geen echt probleem in de krimpende melkstroom. In augustus was de totale aanvoer in Nederland 4% lager dan in augustus vorig jaar. Dat gaat dus best hard. Maar er dreigt veel meer krimp. Waar Van Karnebeek en Attema zich niet over uitlaten, is de grote donkere wolk die boven de melkveehouderij hangt, uitgerekend in een periode waarin de markt goed is: het mestprobleem.
Vandaag alweer een Kamerdebat over mest in de Tweede Kamer. De uitkomst kunnen we dus niet meenemen. Maar NSC-Kamerlid Harm Holman schetste van tevoren een somber beeld. Als er niet snel iets gebeurt, dreigt de melkveehouderij te verzuipen in de eigen mest, zegt hij letterlijk. Gevolg daarvan is dat de melkstroom veel sneller zal krimpen dan nu al. Hij spreekt van 10% tot 20% minder melk, en dat gaat veel pijn doen bij de verwerkers.
Zijn oproep is dan ook: ga samen aan de slag, bedenk een plan. Hoe terecht ook, dat klinkt ook weer een beetje naïef. ‘Bedenk een plan’ betekent eigenlijk hetzelfde als: ‘Help mij, ik weet het ook niet meer’. Wie weet het wel? Hierin heeft Holman in ieder geval gelijk: zuivelverwerkers kunnen zich niet afzijdig houden.
Reacties
Je moet een account hebben om te reageren
Voordelen van een account:
Krijg toegang tot de beste en meest actuele artikelen.
Discussier mee met collega’s, experts en specialisten.
Als ze de normen in de mest ook eens bijstellen van 4kgN/m3 naar 3kgN dan is het probleem snel opgelost. In Frankrijk kan een bioloog meer koeien per ha houden dan hier een gangbaar bedrijf met derogatie.
De norm is idd veel te laag al jaren lang. Dit probleem is gecreëerd en straks hebben we arme grond.
Holman is een mislukte boer die het voor een ander gaat verpesten.
Mest is een papieren probleem door de normen elkekeer te verlagen