Spuiten op een megabedrijf

In Hongarije word wat afgespoten. De landbouwspuiten draaien er flink wat uren. En er gebeuren veel dingen die niet mogen of die me verbazen.

Mijn buurman heeft vijf identieke Rau-sproeiers met een frame van 24 meter. Alle tractoren die ervoor staan hebben gps aan boord. Hij zet zijn spuiten veel in voor het toedienen van vloeibare meststoffen. Het probleem is echter de wetgeving. Een wet hier luidt dat je met sproeimiddel in de tank niet over de straat mag. Daarom worden twee tractoren ingezet, zelfs al wordt op een veld slechts één tank verbruikt.

De kleine tankwagens van het Hongaarse Dekt zijn eigenlijk giertanks met een leuk klinkend vacuumpompje. Ze worden echter in 99 procent van de gevallen gebruikt als watervat. Ook met het opschrift ‘watertransport’ wordt zelfs zonder de bekende, oranje ADR-borden witte diesel naar het veld gedistribueerd. Dat is in feite een veel zwaardere overtreding van de verkeerswetgeving. In plaats van rond te draven met een groot vat van bijvoorbeeld 20.000 liter blijven de Hongaren, hoe groot het bedrijf ook is, zweren bij die kleine vaatjes.

Wijzelf zochten onze spuitoplossing in Nederland en kochten bij Albert Eefting een CHD-spuit van 3.000 liter en een spuitboom van 24 meter. We hadden in België ervaring met andere getrokken sproeiers. Deze CHD springt er uit met een ongekende stabiliteit van zowel het spuitraam als van de ganse machine. Een Muller-computer (al de derde die we aankochten sinds 1992) regelt de zaak. Als spuitdoppen gebruiken we Lechler. Daarmee versproeien we 200-400 liter water per hectare.