‘Slechte start groeiseizoen niet goedgemaakt’
De oogst is de hoogmis in de landbouw. De akkerbouwer plukt de vruchten van een seizoen hard werken, in de laatste jaren onder steeds extremere omstandigheden. Na enkele droge jaren, speelt dit seizoen vooral de overvloedige regen parten.
De slechte start van het groeiseizoen is in de loop van de zomer ook niet meer goedgemaakt. Het is vechten tegen de bierkaai. De opbrengsten zijn zoals verwacht matig, en opvallend: de prijzen ook. Seizoen 2024 begint eigenlijk al in de herfst van 2023. Het is kletsnat. Akkers zijn doorweekt. De machines zakken weg. Op veel percelen is structuurschade. Natuurlijk, de verschillen zijn groot. Op veel plekken zit rond de jaarwisseling nog tot 20% van het gewas in de grond.
Winter en voorjaar slecht
De winter is niet veel beter. De belangrijke maanden april en mei breken in negatieve zin records. Akkers staan soms blank. Met kunst en vliegwerk komen de voorjaarswerkzaamheden op gang. De dagen zijn schaars. Het levert her en der veel stress op, maar uiteindelijk lukt het om de meeste percelen in te zaaien of te poten. De spreiding in zaai- en pootdata is enorm. In een serie oogstartikelen maken we de balans op.
Vanzelfsprekend dat wintergranen worstelen met de regen. De opbrengsten komen nauwelijks boven de 7,5 ton uit. Zomergranen doen het daarentegen redelijk. In beide teelten is de ziektedruk hoog. De kosten liggen daardoor ook hoger. “Snel vergeten”, zegt akkerbouwer Daan Tap dan ook over de graanoogst. Een soortgelijk sentiment klinkt in de aardappelteelt. Nooit eerder gaan de aardappelen zo laat de grond in. De phytophthoradruk is hoog. Toch is de opbrengst nog redelijk, met flinke uitschieters naar beneden. Dat wel. Het tal is hoog, de sortering fijner.
De bietentelers hebben een beurtjaar. Na het goede jaar 2023 moeten zij het dit jaar stellen met fors lagere opbrengsten. Tot zelfs 40% minder, verwacht teler René Eugelink in Laag-Keppel. Voor uien is 2024 te nat, te koud en te donker. Zwakteschimmels krijgen daardoor een kans. De afrijping komt te vroeg. De groei voor de kortste dag is onvoldoende. Ook in de groenteteelten vergt 2024 stuurmanskunst. De teelten hebben een strakke planning.
Alle teelten hebben last
In de maispercelen is het seizoen misschien nog wel het meest zichtbaar. Tussen de percelen zijn de verschillen groot, maar ook binnen percelen. Soms ‘golft’ het gewas. De veehouders hebben een bovengemiddelde grasoogst, al verschilt de kwaliteit sterk per graskuil. Het wordt een puzzel om een goed rantsoen samen de stellen.
Al met al dus best een lastig jaar. Je kunt zeggen dat het bij het vak hoort, maar het is de laatste jaren wel vaak lastig. Prijzen kunnen veel goed maken. Met de grote regionale verschillen is dat niet voor iedereen een troost.
De vraag nu is hoe hier op in te spelen. Op klimaat heeft de individuele ondernemer niet direct invloed. Het bouwplan, de rassenkeuze en teeltmethode zijn knoppen om aan te draaien. En op iets langere termijn de bodemstructuur. Een slechte plek in een perceel manifesteert zich dit jaar nadrukkelijk. In de komende maanden moet deze balans worden opgemaakt. Voor nu is het zaak de aardappelen, bieten en mais van het land te halen. En dat blijft een mooi moment.