<em>Foto: Koos Groenewold</em> PluimveeNieuws

Schoner verenkleed leidt tot minder pikkerij in volièresysteem

Het verenkleed van leghennen in volièresystemen met draadroosters is minder aangetast dan dat van hennen in volièresystemen met een dikke plastic bodem. Dit blijkt uit onderzoek van Jasper Heerkens van het Vlaamse onderzoeksinstituut Ilvo.

Hij deed onderzoek naar karakteristieken van volièrehuisvesting die verenpikkerij, sterfte en productie beïnvloeden. Dinsdag presenteerde hij enkele resultaten tijdens de LIV in Venray.

In Heerkens’ onderzoek waren de veerscore aan rug, vleugel, cloaca en totale plumage bij hennen op 60 weken leeftijd beter bij een volièresystemen met ijzeren draadrooster. Ook waren er minder wonden op de rug en rond de cloaca, was het legpercentage hoger (3%) en de sterfte lager (1,9%). Bij de plastic bodems maakte Heerkens geen onderscheid tussen dikke plastic bodems en plastic draadroosterbodems.

Het verschil in veerscore tussen ijzeren draadrooster en plastic bodems zou kunnen samenhangen met de aanwezigheid van rode bloedluizen, aangezien Heerkens meer parasieten aantrof bij plastic bodems.

Relatie systeem en dierhygiëne

Heerkens stelt dat een vuil verenkleed andere hennen aantrekt om naar te pikken. Dit verband lijkt volgens hem een van de oplossingen om pikkerij tegen te gaan. Een vuil verenkleed kan veroorzaakt worden door nat strooisel, een vuil systeem en het ontbreken van een goed stofbad-substraat. Ook stofbadgedrag ín het systeem kan tot beschadiging van het verenkleed leiden.

Ruimte en rust

Heerkens deed zijn onderzoek in 47 Belgische volièrestallen, met in totaal 11 typen volièresystemen van 7 fabrikanten. Pikkerij bij leghennen komt in alle modellen en merken volièresystemen voor; er is geen model of merk dat er uitspringt wat betreft verenpikkerij. In zogenoemde rij-systemen was de nekbevedering van de hennen beter dan in portaal-systemen.

Op de bedrijven in het onderzoek varieerde de uitval (op 60 weken leeftijd) van 0,9% tot 12,8% (gemiddeld 4,1%). De pluimveehouders noemden verenpikkerij/kannibalisme de meest voorkomende doodsoorzaak. Uit de verzamelde gegevens blijkt dat de sterfte afneemt bij een beter totaal verenkleed. Schade aan de staart is de meest voorkomende veerschade.

Ruimte, natuurlijk gedrag en rust in een koppel zijn belangrijk om pikkerij te beperken, gaf Heerkens de aanwezigen mee. Hij noemde met name overdekte en vrije uitloop (lagere bezetting en vluchtmogelijkheden) en rust en ruimte voor de ingang van de nesten.

Beheer
WP Admin