Precisieplanten zinvol of niet?

Een medewerker zet aan de hand van een codering de aangegeven tandraden op de juiste plaats.

Bij het planten komen de uitjes op de trilplaten. Door het trillen komen de uitjes op een lopend bandje naast elke trilplaat. Met een geleiding wordt de breedte van de band ingesteld.

Aan het eind van de geleiding komen de te planten uitjes op de lopende band bij een egelband.

De plantuien gaan tussen beide bandjes naar de onderzijde van de machine.

Aan het einde van beide banden vallen de uitjes in het plantspoor.

Plantschijven van twee verschillende maten. Omdat de kans bestaat dat de kleinste uitjes door de te grote gaten worden gezogen, gebruiken ze nu schijven met een kleinere gatdiameter.

De uitjes worden aangezogen boven de borstel en meegevoerd tot voorbij het hoogste punt. Daarna worden ze losgelaten in de kokerschijf, rood, die ze vervolgens op zijn laagste punt in de plantgeleider laat vallen om geplant te worden.

De voorkant van de machine met de luchtcompressor die voor de pneumatiek zorgt. Bovenaan beide zijden zitten de plantschijven voor verschillende maten plantgoed.

Met deze pneumatische planter werden twee demostroken aangelegd. Een met plantgoedmaat 14-21 op 21 uitjes per meter en 10-14 op 23 uitjes per meter. Na de eerste meters wordt gekeken of de uitjes naar wens worden geplant.

Arnout Aarnink van Kramer Mechanisatie houdt het plantproces secuur in de gaten. Het resultaat van een dergelijke demo geeft een indicatie tijdens bezoekersdagen bij de Rusthoeve.

De maat 14-21 is geplant en de machine moet worden aangepast voor de maat 10-14. Een medewerker wisselt de plantschijven om.

Vanuit de plantbak komen de uitjes gedoseerd op een trilblok (grijs), naast de plantschijven, dat ervoor zorgt dat de uitjes in beweging blijven zodat ze makkelijk wroden aangezogen op de plantschijf. Per rij zijn er twee plantschijven.

De tandwieloverbrenging van het aandrijfmechaniek, waarmee de plantafstand wordt ingesteld.

UIKC-accountmanager Luc Remijn geeft aan waar geplant moet worden.

Controle of correct wordt geplant. Het streven is 23 uitjes per meter en die liggen er. Ook is goed te zien dat per rij met 2 plantschijven wordt geplant.

Ondertussen legt Marco Jonker van de Rusthoeve het UIKC-demoveld met zaaiuien aan. Hier worden dit jaar 30 rassen geteeld voor de rassenlijst. Op het proefveld voor teeltonderzoek worden 25 rassen blootgesteld aan verschillende bemesting en gewasbescherming.

Later is met een Wifo Koningsplanter een demoveld aangelegd. Deze planter werkt met een trilplaatsysteem. Gauke Kuiken van Wifo houdt controle op het plantproces.

Met deze planter worden per meter 21 plantuien in de maat 10-21 geplant. Om de machine op de juiste aantal per meter af te stellen worden 21 uitjes op een rij gelegd en gemeten. Bij deze maat is dat 40 centimeter.

Aan de hand van een tabel bepalen de medewerkers welke tandwieloverbrenging voor deze plantafstand nodig is.

Het zicht op het plantproces vanaf het plantersstoeltje. Met een instelwieltje kan de geleiding worden bijgesteld.

Naast deze demostroken met precisieplantmachines is een controlestrook met een reguliere PeJe-planter aangelegd. Voor deze plantmachinedemo is het late ras Setton gebruikt.

Op Agrarisch Innovatie en Kenniscentrum Rusthoeve wordt hard gewerkt om de verschillende UIKC-demo's en -proeven in de grond te krijgen. Naast de zaaiuien liggen er ook demo's van tweedejaars plantuien, uitgebreid met demo's van verschillende precisieplantmachines. Hier wordt met de Kramer Broch proplanter een demo precisieplanten van plantuien aangelegd. - Foto's: Anton Dingemanse

Deze pneumatische Kramer Broch is van Spaanse oorsprong en ontwikkeld voor het planten van knoflook. Kramer Mechanisatie uit Bant heeft deze machine aangepast voor het planten van plantuien. Het bijzondere van deze machine is dat de plantuitjes tegen een plantschijf worden gezogen, vergelijkbaar met zaad tegen een zaaischijf.