Pootgoedafzet in januari relatief rustig

Den Haag – De pootaardappelexport verliep in januari relatief rustig. In totaal werd in die maand iets minder dan 100.000 ton pootgoed geëxporteerd. Gerekend vanaf het jaar 2000 ligt de gemiddelde export in januari op zo’n 115.000 ton. De totale export per 31 januari komt op 455.199 ton, blijkt uit cijfers van de Pootaardappel Contact Commissie (PCC). Daarmee ligt de uitvoer nu een fractie achter bij vorig jaar, toen tot en met januari een recordhoeveelheid aan pootgoed werd geëxporteerd.

Deze kleine achterstand ten opzichte van een jaar geleden vloeit voort uit een geringere afzet naar Algerije. De Algerijnen kochten vorig jaar een recordhoeveelheid (115.601 ton) aan Nederlands pootgoed. Dit jaar blijft de teller steken op 75.311 ton. Daarmee voldoet de uitvoer naar Algerije wel aan de verwachtingen voor dit jaar.

Pootgoedverkopers hielden rekening met een kleinere afzet naar Algerije omdat er van oogst 2012 wel heel erg veel pootgoed werd verkocht naar dit land. Bovendien hebben de consumptieaardappeltelers in Algerije een relatief slecht jaar achter de rug, waardoor ze minder financiële middelen hebben om vers uitgangsmateriaal te kopen.

De afzet naar Azië loopt dit jaar als een trein. Eind vorige maand steeg de export tot boven de 100.000 ton. Koploper is Libanon met een afname van 20.665 ton, ofwel zo’n 7.000 ton meer dan vorig jaar. Daarmee passeert het land Saoedi-Arabië als belangrijkste pootgoedklant in deze contreien. De verkoop aan de Saoedi-Arabië slinkt door teeltbeperkende maatregelen tot zo’n 13.000 ton. Israël (19.000 ton), Syrië (16.000 ton) en Irak (14.000 ton) compenseren die terugval ook door een veel grotere afname van Nederlands pootgoed.

Daarnaast zijn ook Europese bestemmingen vroeger aan de markt dan vorig jaar. De afzet binnen de EU is al gestegen tot bijna 160.000 ton, tegen amper 140.000 ton op hetzelfde moment vorig jaar. Vooral Spanje en Duitsland trokken er harder aan wat de afname van Nederlands pootgoed betreft.