Opvolger Lars: ‘Ik ben het meest trots op onze veestapel’

Lars de Winter is hartstikke trots op de koeien waarvan er al 24 de mijlpaal 100.000 kilo melk haalden en 10 de 10.000 kilo vet en eiwit. “Management speelt hier een belangrijke rol bij.”

Lars’ ouders hebben in maatschap 130 melkkoeien en 60 stuks jongvee op 58 hectare in Kring van Dorth in Gelderland. De veestapel is voor het grootste deel Red Holstein en krijgt vers gras op stal. “Onze koeien hebben geen weidegang en dat wil ik zo houden.”

Emigreren is niks voor mij, ik zou de keet gaan missen

“Het bedrijf functioneert momenteel goed. We melken in een 2×16 swingovermelkstal en die kan nog een hele tijd mee, maar als het ooit tijd is voor vervanging, dan komen er wel melkrobots. De jongveestal is ook een keer aan vernieuwing toe. Een nieuwe stal zou het mooiste zijn, maar een stuk bij de koeienstal aanbouwen kan ook. Dat zijn allemaal dingen voor later.

Waar we nu al mee begonnen zijn, is vers gras voeren op stal. Onze koeien hebben geen weidegang en dat wil ik zo houden. Je kunt binnen veel constanter voeren. Maar het gras dat we dit jaar hebben ingekuild, is niet allemaal van de beste kwaliteit. Dat had onder andere te maken met het natte voorjaar. We konden vaak het land niet op om te bemesten en op tijd te maaien. Nu is het gras in de wei juist heel eiwitrijk. Door het vers te voeren, hoeven we het niet te kuilen. Dat scheelt loonwerk- en krachtvoerkosten. Mijn vader was eerst nog niet enthousiast, maar hij gaf mij wel de ruimte om het te proberen. Als het goed uitpakt, blijven we het wat mij betreft zo doen.”

“Mijn ouders natuurlijk. Maar waar ik het meest trots op ben, dat is onze veestapel. 24 koeien hebben de 100.000 kilo melk bereikt en 10 koeien de 10.000 kilo vet en eiwit. Hoe we dat doen? Het management van het vee speelt een belangrijke rol. De gemiddelde leeftijd van onze koeien is momenteel zes jaar en koeien die een hoge productie kunnen halen, laten we het ook doen.”

“De afwisseling. Melken, voeren, een dag maaien, geen dag is hetzelfde. Waar ik écht heel blij van word? Als er vers voer voor het voerhek ligt en alle koeien zijn gezond en staan tevreden te vreten.”

“Grasland beregenen. Het is dan droog en warm en ik kan slecht tegen warmte. Je zult ook zien dat er net dan iets kapot gaat. Kortom, ik vind er niks aan.”

“Koop ik er grond van. Niet dat ik wil uitbreiden in aantal koeien, het is meer voor de mest. Nu moeten we best veel afzetten en dat loopt in de papieren.”

“Ga ik naar de keet. Ik doe ook wel eens mee met trekkertrek en sleutelen aan onze oude Fendt 307 is ook mooi.”

“Zit ik hopelijk in de maatschap en werk ik ook een paar dagen per week buiten de deur. Over de toekomst maak ik me geen hele grote zorgen. Ik hoop dat er een oplossing komt voor de mest, maar aan al die andere maatregelen kan ik verder weinig doen. Hopelijk kan de BBB nog wat inbrengen, want ik wil wel boer worden. Niet in het buitenland maar in Nederland. Emigreren is niks voor mij, ik zou de keet gaan missen.”