Epidemioloog Armin Elbers onderzoekt welke knuttensoort blauwtong overbrengt en vangt knutten met speciale vallen bij schapenhouder Paul Aalbers in ’t Harde. - Foto's: Armin Elbers AlgemeenInterview

Op zoek naar de knutten die het virus blauwtong overbrengen

Knutten, blauwtong en de zoektocht naar de schuldige: Armin Elbers ontrafelt welke knut het virus verspreidt in Nederland. Een interview.

Knutten brengen blauwtong over. Dat is bekend. Maar welke soort knut is precies de boosdoener? Epidemioloog Armin Elbers doet hier onderzoek naar. Bij schapenhouder Paul Aalbers in ’t Harde heeft zijn team knutten gevangen in speciale vallen.

Er zijn ruim 30 verschillende soorten knutten in Nederland, waarvan er 5 soorten veel voorkomen (90 tot 95%) en die kunnen ook het blauwtongvirus bij zich dragen. Wat onderzoekt u precies?

“Wij willen weten of dezelfde knuttensoorten die bij de epidemie in 2006-2008 het blauwtongvirus seroptype 8 (BTV-8) verspreidden, nu ook verantwoordelijk zijn voor het blauwtongvirus serotype 3 (BTV-3).”

Lees verder onder de foto

Armin Elbers is onderzoeker epidemiologie bij Wageningen Bioveterinary Research in Lelystad. Hij is specialist op het gebied van besmettelijke dierziektes en doet specifiek onderzoek naar de rol van knutten bij overdracht van blauwtong.

Wat heeft u bij schapenhouder Aalbers gedaan?

“We hebben speciale insectenvallen opgesteld in de stallen en bij de omheinde schaapskudde om ’s nachts de knutten te vangen. De vrouwelijke knutten zijn met name actief rond de schemer en in de nacht op zoek naar een bloedmaal om hun eieren te voorzien van voedsel, zodat de larven kunnen groeien. De gevangen knutten worden door het Centrum Monitoring Vectoren, onderdeel van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit, gescheiden naar soorten en er worden batches samengesteld van 50 knutten van dezelfde soort. In het laboratorium van Wageningen Bioveterinary Research in Lelystad worden de batches onderzocht op aanwezigheid van het virus.”

Lees ook: Oplossing voor blauwtong ver weg

Was u ook betrokken bij het knuttenonderzoek van de vorige uitbraak in 2006?

“Nee, wij hebben toen hulp gekregen van een Zuid-Afrikaanse collega, die knutten voor ons is gaan vangen. Wij waren daarin toen nog niet bedreven. Wel is destijds een samenwerking ontstaan, waarin we de afgelopen vijftien jaar veldonderzoek hebben gedaan naar knutten in relatie tot het blauwtongvirus en later ook nog het Schmallenbergvirus. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat twee soorten knutten blauwtongvirus bij zich hadden, waarvan we dat nog niet wisten”

In 2006 confronteerden Noordwest-Europese knutten ons voor het eerst met blauwtong; zijn zij weer de boosdoeners?

Is dat onderzoek vergelijkbaar met wat u nu doet, zeventien jaar later?

“Omdat wij in 2006 voor het eerst te maken kregen met besmetting van landbouwhuisdieren met blauwtongvirus, was het belangrijk om te weten welke Noordwest-Europese knuttensoorten voor verspreiding zorgden – want tot dan toe bleven blauwtongvirussen beperkt tot Zuid-Europa. Nu zijn we benieuwd of dezelfde knuttensoorten verantwoordelijk zijn voor de verspreiding.”

Zijn de knuttensoorten die het huidige virus overbrengen nieuw voor Nederland of waren die er al?

“Dat weten we pas als we het BTV-3 virus in bepaalde soorten knutten vinden; welke dat zijn weten we nu nog niet. De verwachting is dat dit dezelfde knuttensoorten zullen zijn die bij de vorige epidemie een rol hebben gespeeld.”

Gezien de druk van het ontwikkelen van een vaccin: is er een deadline?

“Het onderzoek naar de vraag welke knuttensoorten een rol spelen bij de verspreiding van het virus heeft geen relatie met het kunnen ontwikkelen van een vaccin tegen BTV-3.”

Er is op dit moment geen BTV-3 vaccin dat geregistreerd is

Is er is dus geen relatie tussen dit onderzoek en de ontwikkeling van het vaccin?

“Nee. Het erfelijk materiaal van het virus is in kaart gebracht, en deze informatie is essentieel voor het eventueel maken van een nieuw vaccin. Er is op dit moment geen BTV-3 vaccin dat geregistreerd is voor gebruik in Europa. Of er een nieuw vaccin met deze informatie zal worden gemaakt, staat nog ter discussie.”

De insectenvallen zijn inmiddels opgehaald. Wat gebeurt ermee?

“De insecten zijn overgezet in laboratoriumbuizen voor opslag bij –20 graden Celsius, en wachten nu in de diepvries totdat de insectenexperts de knutten gaan scheiden naar soorten. Vervolgens worden de batches met knutten naar WBVR in Lelystad gestuurd, waar de knutten onderzocht zullen worden op aanwezigheid van BVT-3. De resultaten van dit onderzoek zullen waarschijnlijk in de loop van volgend jaar bekend zijn.”

knuttenval bij schapen
Speciale insectenvallen opgesteld bij de omheinde schaapskudde.

Reacties