AlgemeenAchtergrond

Onrust in pachtersland

De regering paste afgelopen zomer het Pachtprijzenbesluit aan. In november kregen pachtende boeren voor het eerst de factuur volgens de nieuwe norm. Velen werden geconfronteerd met forse prijsverhogingen. ”Het nieuwe pachtprijssysteem klopt van geen kant.”

Rondgerekend krijgt hij het bijna niet meer voor zijn bedrijf. Akkerbouwer André Jurrius is teleurgesteld over de uitwerking van het nieuwe pachtprijzensysteem. Hij pacht sinds enkele jaren een bedrijf in de regio Rivierengebied. Een regio met veel melkveehouders, een aantal akkerbouwers, maar bovenal dure grond.

”Er is veel woningbouw in het Rivierengebied. Dat maakt grond schaars en dus erg duur.” Jurrius zegt in drie jaar tijd geconfronteerd te zijn met een pachtprijsverhoging van 550 euro per hectare naar ruim 800 euro per hectare. ”De pachtprijs in het Rivierengebied is vorig jaar omhoog gegaan met 43 procent. Dit jaar was dat 15 procent.”

Jurrius is niet de enige boer die ageert tegen het nieuwe pachtsysteem, zo blijkt uit navraag bij LTO Noord. De telefonisten van het infocentrum hebben de afgelopen maand vele boeren te woord gestaan, meldt de organisatie. Het nieuwe pachtsysteem is gebaseerd op de grondopbrengst en niet langer op de grondkwaliteit. De factuur met forse prijsverhoging was de aanleiding voor veel pachters om tekst en uitleg te vragen. Dries van Rozen, beleidsecretaris bij LTO Noord: ”Het nieuwe prijssysteem pakt zeker niet voor iedereen gunstig uit. Met name in de akkerbouwgebieden als de Bouwhoek en Hogeland, IJsselmeerpolders en het Rivierengebied zijn de prijzen fors omhoog gegaan.”

De regio Zuid-Limburg treft de grootste stijging. In de traditionele weidegebieden zoals het zuidelijk veehouderijgebied zijn de prijzen gedaald. Dat heeft te maken met de slechte bedrijfsuitkomsten in de melkveehouderij in 2009.

Landbouweconomisch instituut LEI berekent de pachtprijsnorm op basis van bedrijfsgegevens die ondernemers verstrekken. Zij streven er naar om een representatieve afspiegeling te krijgen van de bedrijven in het gebied. LTO Nederland en de bond van landpachters en eigen grondgebruikers in Nederland BLHB betwijfelen of de bedrijven waarvan het LEI de gegevens collecteert wel een gedegen afspiegeling zijn van de regio. Van minimaal twintig bedrijven per pachtprijsgebied moet het LEI de grondopbrengsten berekenen, maar het vermoeden is dat toch vooral de betere bedrijven meedoen, waardoor het berekende gemiddelde niet reëel is. Jos van Maanen, voorzitter van BLHB: ”Neem de prijsstijging van 24 procent in de regio Zuid-Limburg: die is heel onlogisch omdat het toch niet traditioneel een uitgesproken akkerbouwgebied is.”

Jan Luijt is projectleider bij het LEI en legt uit dat de bedrijven volgens een steekproefmethode op basis van bedrijfstype, regio en omvang worden geselecteerd. Er worden minimaal twintig akkerbouw- en melkveebedrijven per regio geselecteerd met een bedrijfsomvang van 70 tot 400 NGE (Nederlandse grootte-eenheden). Dat Zuid-Limburg een sterke prijsstijging doormaakt, heeft te maken met de ontwikkeling van de grondprijs in die regio en het rendement van de bedrijven. Luijt: ”Het systeem is zo ontworpen dat op de lange termijn de prijzen meer naar elkaar toe bewegen. Grote prijsschommelingen zullen dan minder voorkomen.”

Ruwweg zijn de pachtprijzen in de traditionele akkerbouwgebieden gestegen en in de weidegebieden gedaald. Dit komt doordat de pachtprijs voor 2011 gebaseerd is op de periode 2005–2009. In deze periode hebben de akkerbouwers gemiddeld meer verdiend dan de melkveehouders. Nieuw aan de regeling is ook dat het LEI nu ieder jaar de pachtprijs gaat berekenen in plaats van om de twee jaar. Dat betekent dat het verschil tussen pachtprijs en gemiddeld inkomen kleiner zal zijn.

Jurrius: ”Behalve dat het volkomen onduidelijk is op basis van welke cijfers het LEI de berekeningen maakt en het afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van het LEI, wordt een gebied met droge zandgrond net zo gemakkelijk bij de rest van de regio met klei ingedeeld. Het nieuwe systeem klopt van geen kant.”

Het Pachtprijzenbesluit dat in juli is gewijzigd, is kortom te robuust en geeft geen ruimte voor individuele situaties. Hierdoor worden te veel boeren geconfronteerd met een prijsverhoging die niet gelijk staat aan de grondopbrengst. Jurrius: ”De grond- en pachtprijzen stijgen vele malen sneller dan het inkomen van de pachters. Op deze forse verhoging kun je als bedrijf niet snel genoeg inspelen.”

Omdat er in geen jaren een regeling is geweest en de pachtprijsnormen in de periode tussen 2001 en 2007 niet zijn aangepast, moet er nu een inhaalslag gemaakt worden. De landelijke grondbeloning stijgt van gemiddeld 743 euro per hectare in de periode 2003–2007 tot 760 euro per hectare in de periode 2005–2009. De stijging ten opzichte van de periode 2003–2007 met 17 euro per hectare is beperkt omdat de nieuwe jaren 2008 en 2009 de vervallen jaren (2003 en 2004) in belangrijke mate compenseren: een zeer slecht jaar (2009) komt in de plaats van twee minder goede jaren (2003 en 2004).

Vooral de hoevepachters hebben het moeilijk. Zij hebben weinig eigen vermogen en kunnen daar bij de bank niet op terugvallen als ze extra krediet willen aanvragen.

Toch ligt volgens Arnold Michielsen, portefeuillehouder grondzaken bij LTO Nederland, de nieuwe regeling in de lijn der verwachting. Hij was lid van de commissie Van Hall die in opdracht van het ministerie van ELI het pachtprijzensysteem onderzocht. ”Het was de wens van de agrarische sector om de pachtprijzen niet langer te baseren op 2 procent van de verkeerswaarde, maar te relateren aan het opbrengend vermogen van de grond. Het is in de basis een goed en rechtvaardig systeem.”
Michielsen beaamt wel dat er binnen het pachtbesluit nauwelijks mogelijkheden zijn voor uitzonderingen binnen een gebied. ”We pleiten daarom voor een beter stelsel van aftrekposten per regio, zodat er meer rekening gehouden kan worden met individuele situaties.”

Vooral voor akkerbouwers is dat belangrijk. Neem bijvoorbeeld de Wieringermeer. Dat gebied valt onder IJsselmeerpolders, maar heeft een heel andere grond die minder opbrengt. Toch betalen ook deze akkerbouwers de hoofdprijs voor hun pachtgrond. ”Een ander gebied dat afwijkt van zijn regio is Kamperland. Voor deze pachters moet een uitzondering kunnen worden gemaakt. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor boeren in de dijkgebieden. We knokken voor deze aanpassing. Wij hopen dat in het voorjaar de evaluatiel plaatsvindt”, zegt Michielsen.

Het zure voor veel pachters is dat de verwachting was dat de pachtprijzen zouden dalen. Ook akkerbouwer André Jurrius ging daarvan uit. ”Ik ben beginnend ondernemer en heb in 2008 een hoeve gepacht. Ik heb een prima overeenkomst en goed contact met de verpachter, maar ik had niet gerekend op dergelijke prijsverhogingen.”

Arnold Michielsen: ”Omdat de veehouderijsector een aantal slechte jaren achter de rug had, was de verwachting dat de prijs lager uit zou vallen. Echter de grondprijs is in 2008 en 2009 flink gaan stijgen en dat heeft ook zijn weerslag op de pachtprijs.”

De verwachting is dat vooral de akkerbouwers het vooral moeilijk gaan krijgen. Immers, dit oogstseizoen zijn de aardappel- en uienprijzen heel slecht geweest.

Akkerbouwer André Jurrius heeft zijn afzet zelf geregeld en is om die reden van zijn inkomsten min of meer verzekerd. ”Ik heb in goed overleg met mijn verpachter de zaken op orde weten te brengen. Maar ik merk dat er onder mijn collega’s veel schaamte is en de druk op ondernemers groot. Ik hoop dat de overheid snel tegemoet komt aan de wens van de boeren voor een meer individueel systeem en dat de wijze waarop de prijzen tot stand komen helder wordt.”

Nieuwe manier van rekenen

Het nieuwe Pachtprijzenbesluit waar pachters dit jaar voor het eerst mee worden geconfronteerd, is op vier punten gewijzigd. De wijzigingen zijn bedoeld om op een viertal manieren de schommelingen in de pachtprijzen te beperken.
• Bij de berekening van de pachtprijzen is de aftrekpost voor reservering voor pachters flexibeler gemaakt en verruimd. Deze aftrekpost is voortaan gerelateerd aan de grondbeloning in plaats van aan het bedrijfsvermogen.
• Het veranderpercentage wordt op een andere wijze berekend. Kort gezegd is de hoogte van het veranderpercentage in het vervolg niet langer afhankelijk van de werkelijk betaalde pachtprijzen in de regio.
• De pachtprijzen worden in het vervolg jaarlijks in plaats van tweejaarlijks aangepast.
• Behalve een bovengrens van 110 procent van de pachtprijs in een regio, is er ook een ondergrens ingesteld van 90 procent. De bedoeling is dat eventuele schommelingen gedempt worden.

Bron: Tijdschrift voor Agrarisch Recht, auteur J.C. Bongers

Bedrijfsresultaat bepaalt hoogte van de pachtprijs

De pachtprijzen worden jaarlijks vastgesteld op basis van het bedrijfsresultaat van de landbouwbedrijven die vrijwillig rapporteren aan landbouweconomisch instituut LEI. Per pachtprijsgebied verzamelt het LEI de bedrijfsresultaten. Dit zijn gegevens die voortkomen uit directe landbouwactiviteiten. Inkomsten van een windmolen die op het erf staat, vallen dus buiten het bedrijfsresultaat. De bedrijven die het LEI van gegevens voorzien, zijn anoniem.
Volgens de bond van landpachters en eigengrondgebruikers BLHB is dat precies het manco van het nieuwe systeem dat per 1 september 2011 geldt. De bond zet vraagtekens bij de gegevens op basis waarvan het LEI de hoogst toelaatbare pachtprijs heeft berekend. BLHB vermoedt dat vooral de agrarische bedrijven die goed boeren hun gegevens delen met het LEI. Daardoor zou het LEI standaard op een te hoog gemiddeld bedrijfsresultaat komen. De hoogte van de prachtprijs is gebaseerd op het gemiddelde bedrijfsresultaat van de LEI-bedrijven.
De forse stijgingen en dalingen van de pachtprijs per gebied komen voort uit de forse schommelingen van de bedrijfsresultaten in de landbouw. Kwalitatief goede gronden zoals bijvoorbeeld Bouwhoek en Hogeland brengen meer op, waardoor de pachtprijs daar fors is gestegen. Boeren in de regio’s met armere gronden betalen anderzijds minder omdat hun land ook minder opbrengt in combinatie met de prijsontwikkeling en omdat het bedrijfsresultaat lager zou zijn.

Beheer
WP Admin