NEPG: groter areaal stuwt aardappeloogst naar 24,6 miljoen ton

De aardappeloogst in Frankrijk, Duitsland, Nederland en België is dit jaar 6,6% groter dan in 2023. De totale productie in deze vier landen neemt volgens de Noordwest-Europese federatie van aardappeltelers (NEPG) toe tot 24,6 miljoen ton. Dat is 1,6 miljoen ton meer dan vorig jaar en 8,2% meer dan het gemiddelde over de voorgaande vijf jaar.

Ondanks het extreme weer, waardoor veel aardappelen pas laat konden worden gepoot, neemt de aardappelproductie toe. Dit is het gevolg van de uitbreiding van het areaal. Dit areaal nam in deze vier landen met zo’n 7% toe naar 558.414 hectare. Ook in Nederland groeide het areaal, met 3.000 hectare naar 78.493 hectare. In Frankrijk groeide het areaal met meer dan 11.500 hectare, in Duitsland met meer dan 17.000 hectare en in België met bijna 4.500 hectare naar meer dan 100.000 hectare.

Enorme verschillen in hectareopbrengsten

De hectareopbrengsten variëren dit extreme seizoen enorm. Sommige telers rooiden minder dan 20 ton per hectare, anderen meer dan 70 ton. Gemiddeld haalden telers in bijna alle NEPG-landen minder aardappelen van een hectare, alleen in Frankrijk was de gemiddelde hectareopbrengst (45,4 ton) 2 ton groter dan vorig jaar.

In Nederland ligt de gemiddelde opbrengst volgens NEPG op 43 ton en in Duitsland op 44 ton. De opbrengst in Nederland is 1,5 ton per hectare minder dan in 2023 en maar liefst 7,7% lager dan het vijfjarengemiddelde.

De gemiddelde opbrengst in de vier NEPG-landen komt op 43,8 ton per hectare. Dat is 0,6 ton minder dan de opbrengst van vorig jaar (44,4 ton/hectare) en ook 0,6 ton onder het vijfjarengemiddelde.

Kosten minimaal €1.000 per hectare hoger

Telers worden dit jaar geconfronteerd met kleinere hectareopbrengsten, maar de kosten zijn gestegen.
De productiekosten zijn in 2024 aanzienlijk hoger dan in 2023, constateert NEPG. De kosten zijn minimaal €1.000 per hectare gestegen en vaak zelfs veel meer. “Pootgoedkosten zijn opgelopen (duur uitgangsmateriaal en kosten van snijden, koelen en bewaren) en ook de phytophthorabestrijding kostte zeer veel geld. De bewaring zal vermoedelijk ook duurder uitvallen, evenals de kost van pachten, machines en lonen.”