Melkveehouders in project halen meer eiwit van eigen land

Op basis van de oude rekenwijze was dat 66%. Drie jaar geleden werd nog respectievelijk 54 en 48% EEL gerealiseerd.

De betere getallen zijn onder andere te danken aan meer vers gras in de koeien, een hogere grasopbrengst en een scherpere eiwitvoeding. In de oude berekeningswijze gaat het om de hoeveelheid geoogst eiwit plus voorraad; daardoor tikt de hogere ruwvoeropbrengst van vorig jaar hard door. In de nieuwe berekeningswijze gaat het om eiwit gevoerd en geoogst van eigen land.

Opvallend scherper gevoerd

De veehouders hebben in 2021 opvallend scherper gevoerd. Dat uit zich in een lagere RE/kVEM-verhouding, een lager ureumgehalte, minder krachtvoer en minder bijproducten per 100 kilo melk. Minder eiwit en krachtvoer gebeurde vooral in het voorjaar, naast veel vers weidegras.

In het project Home Made Eiwit werken twee pilotgroepen in het oosten en westen van het land met elk zes deelnemers en adviseurs. Dit jaar gaan de bedrijven verder met pogingen het percentage EEL te verhogen.

Al duidelijk is dat niet alle bedrijven binnen de huidige bedrijfsopzet met optimalisatie de benodigde 65% EEL kunnen realiseren. Dat zou anders zijn als aankoop van ruwvoer uit de omgeving wel wordt meegeteld, zoals de commissie grondgebondenheid voorstelde. De groep gaat in beeld brengen wat er extra nodig is om wel structureel aan deze norm te kunnen voldoen.