Matige wol
Hier in Frans Baskenland worden de schapen twee keer per jaar geschoren. Het werk neemt minder tijd dan de nazit aan tafel.
De schapen van de buren zijn afgelopen weekend ontdaan van hun wollen jas. Deze Manech Tête Rousse-schapen worden in de regel twee keer per jaar geschoren, in het voorjaar en aan het einde van de zomer, ergens in september of oktober. Het scheren van de schapen is een hele happening, waarbij buren en boerencollega’s de handen gezamenlijk uit de mouwen steken.
Eigenlijk is het werk onderschikt aan de traditie. Gemiddeld genomen brengt men minder tijd door met het scheren dan na afloop aan tafel. Oma is al dagen van te voren bezig met de voorbereiding. Alles moet tot in de puntjes verzorgd zijn om alle scheerders te trakteren op een bijzondere maaltijd. ’s Morgens een paar uur scheren en dan de hele middag eten en drinken.
Vette vacht scheert sneller
Het ziet er op het eerste gezicht een beetje ruw uit, maar in feite gaan de scheerders erg voorzichtig om met de schapen die geschoren moeten worden. De schapen blijven tijdens de knipbeurt rustig zitten of liggen en spartelen nauwelijks tegen.
Uiteraard gaat het scheren met een scheermachine en niet meer met een schaar. Een beetje snelle werker scheert ongeveer 30 schapen per uur. De iets minder vaardige kapper doet er 20 per uur. Het is ook afhankelijk van hoe vet de wol is; een vette vacht scheert sneller.
Deze keer zijn op één morgen 270 schapen van hun wol verlost. Er zijn mensen nodig die handig met de tondeuse zijn, maar daarnaast is er ook veel werk rond het aanvoeren van de schapen, het opruimen van de wol en het sorteren van de schapen.
Dit keer zijn overigens niet alle schapen onder de tondeuse gegaan. Enkele waren voorzien van een gekleurde markering omdat deze verkocht worden en de koper de schapen graag wil inclusief vacht. En, zo meldde de buurvrouw: er zijn er ook een paar bestemd voor de diepvries. Niet nodig om die nog te scheren.
Matige wol
De wol is blijkbaar niet van de beste kwaliteit. Hij wordt verkocht voor een luttel bedrag aan een opkoper, die de boel vervolgens doorverkoopt aan fabrikanten die er isolatiemateriaal van maken. De wol is ook niet mooi wit. Ik heb geen idee of je er een truitje van kan breien, het spul ziet er totaal anders uit dan de wol van de schapen die we in Nederland zien.
Ik laat de mannen achter met nog 100 schapen te gaan; dat is binnen een uur bekeken met vijf handige kappers.
Foto’s: Alinda van Dijk